Koos Postema 90 jaar: lachen, heel véél lachen

17 August 2022, 01:14 uur
Columns
mainImage

Koos Postema was 28 jaar toen hij verslaggever werd bij de VARA. Dat speelde toen eredivisie. Alle wedstrijden waren walkovers. In december al landskampioen. VARA, dat was in 1960 BBC. Nooit vergaderen, alleen maar briljante ideeën. Als Koos bij Arie van Nierop zijn declaratie inleverde, mompelde de programmabaas: daar moeten arbeiders twee weken voor werken. En dan zei Van Nierop óók nog: ik hoorde je gisteren weer het zeggen. Dat is fout. Het is ut.

Koos Postema heeft eens een keer tegen een soldaat jij gezegd en tegen een officier u. Toen zei Van Nierop: jij moet nog eens goed nadenken over mensen. Hij zuchtte ook altijd, Arie van Nierop. Maar hij was wel, zei Koos, een van de grootste erudieten die ons land ooit gekend heeft. Dus dan ging je met van die grote rode wapperoren zijn kamer uit. Die tijd.

Landelijk wordt Koos Postema the boy next door. In Rotterdam de zoon van een stad, waarin zijn broer en beide zusjes op 17 augustus 1932 door hun vader op de stoep van de ouderlijke woning in de Rubenstraat 7b in Kralingen worden neergezet om uit te kijken naar de ooievaar. Als ze drie uur later vermoeid boven komen moeten ze teleurgesteld vaststellen dat hun broertje er al is. ‘Dan hadden jullie maar beter uit je doppen moeten kijken’, is zijn antwoord.

Die nuchterheid van zijn vader is Koos Postema z’n hele verdere leven in de Rotterdammer blijven terug zien. Een stad waar het altijd waait en altijd wordt gekankerd, vond hij. Iedereen ook om half zes ‘s morgens op en iedereen ’s avonds om zes uur thuis om te eten. Niet vijf voor zes of vijf over zes, nee zes uur stipt. Het is de stijl, de vorm van humor, die Rotterdammers anders maakt. De gewoonheid en daadkracht, gebaseerd op de grote overdrijving.

Herman van der Velden bij Langs de Lijn is zo’n Rotterdammer en die vertelt dan over de vakantiekolonie in Hoek van Holland: kaart met naam en adres om zijn nek, en dan zwemmen in zee - met die kaart boven water, want die mocht niet nat worden, maar ook niet af. Zwemmen met één hand.
|
Van die verhalen kan Koos genieten. Af en toe rijdt hij ook vanuit Hilversum naar café Jan Linssen om net als alle Feyenoord-spelers tussen de middag te luisteren naar Henk Kranendonk, ladingschrijver, smokkelaar en kaaidraaier die in de haven zwart geld verdient dat als een tapijt op hun handpalm rust. Kraan is hoogopgeleid (Oxford), maar verkiest het leven van gezelschapsartiest. Koos houdt van lachen. (*)

Er is altijd wel een Rotterdammer die tegen me zegt: morgen gaan we met z’n allen eten, maar het mag niks kosten. Die zuinigheid in combinatie met brutaliteit. Als ik op zondag die stad kom binnenrijden, draagt iedereen nog zondagse kleren. Die kleinsteedse afkomst, héérlijk.

Koos Postema doorbreekt in zijn VARA-programma’s alle denkbare taboes als zelfdoding, pedofilie, transseksualiteit en abortus. Koos leeft mee - dan lijkt het ook ineens een stuk minder erg. Als hij op zijn tv-spreekuur het syndroom van Gilles de la Tourette behandelt als voorbeeld van ongecontroleerde vocale narigheid, blijkt de televisiekijker gewoon hardop te mogen lachen, want Koos lacht ook.

De Tourettes horen Postema zeggen: dames en heren, het is pauze. En meteen zeggen ze: Godverdomme. Allemaal ten gevolge van een constructiestoornis in de hersenen, maar het feit dat ze er zelf plezier in hebben, inclusief Koos, bepaalt het succes van het Groot Uur U. 

Hap H'mm 

Maar Koos Postema is jarenlang veel méér. Hij is Langs de Lijn, Tour Televisie, Klasgenoten, Haagsche Kringen en buiten het gezichtsveld van de televisiekijker dagvoorzitter van honderden forums. Hij vindt ze het leukst. Rechtste zalen. Jongens van dertig jaar, donkerblauwe kostuums, stropdassen en een snel verstand. Hé, Koos, rooie klerelijer. En dan uitgesproken met hun dictie. Allemaal hockeyers. De zaal is tegen. Gereed zitten en vlijmscherp pareren. Koos Postema vindt het verrukkelijke middagen. En dan thuis diafragmenteren. Maar toch ook weer cryptogrammen willen oplossen. Of met Thomas Rap, de uitgever, de polder in. Geen haast, stilstaan, en verbaasd kijken: daar gaat de zilverreiger.

Postema zocht in zijn actieve jaren naar een zo’n groot mogelijke variatie, dus ook meezingen met het Amsterdamse gastronomische gezelschap Hap H’mm met Johnny Kraaykamp en Cor Coster waar ze de maandelijkse bijeenkomst beginnen met het lied Alimentatie, Alimentatie. Postema is de enige die het niet betaalt. De voorzitter van het gezelschap wordt ook niet democratisch gekozen, maar is altijd de man die de meeste scheidingen achter de rug heeft. Jarenlang een juwelier.

Lachen, heel veel lachen. Koos volgt de bijsluiters. Zitting nemen in comités om de verjaardagen van Coen Moulijn en Faas Wilkes voor te bereiden, gek worden als ze een jaar lang elke maand vergaderen, maar toch gaan omdat hij dan de humor van Cor van der Gijp niet wil missen. Cor van der Gijp werd vorige week 91. Het helpt wel.

Koos Postema hield van de VARA. En als je van iemand houdt heb je ook het recht om te zeggen wat je zo vervelend aan die iemand vindt, zei hij dan. Koos vertelt.

Bij de VARA is er soms ineens een vergadering. Dan gaan er drieëndertig mensen na drie bakken loodzware koffie per persoon stemmen over een wezenlijke verandering, terwijl er tachtig niet zijn, omdat die werken. Die tachtig lezen de volgende dag op het prikbord wat er besloten is. Zo’n democratie heeft hele gevaarlijke tendensen. Het volk kiest. Maar de vraag is wel of het volk met voldoende verstand is toegerust om over Herman Wigbold te oordelen. Want dat is een man met nukken. Een man die je niet aankijkt als je met hem praat. Maar wel een man met ineens de bevlieging en zo’n man heeft de VARA nodig. Van die mannen hou ik. Maar het volk kiest. En dat volk kan ook wraak nemen, zei Koos dan waarschuwend. En dan kwam de levensles. Ga nou niet tegen mensen als Herman Wigbold, André van Duin en Mies Bouwman zeggen: we willen je wel hebben voor een leuk programma, maar dan moet je per week drie keer vergaderen. Daar worden die mensen zoals onze ooms in Rotterdam zeggen paages van.

Koos Postema verliet de VARA toen het hospitaliseren bij de koffieautomaat zienderogen aan kracht won. Hij wilde niet alleen maar de rode boodschap. Ik ben, zei hij dan, ik ben een competitievoetballer en een clubspeler. Ik wil altijd de bovenste plaats bereiken en dus niet luisteren naar die gekken die zeggen: laten we maar B-omroep worden. Want dan hol je naar C. Dat is massapsychologie van de verliezer. Dan ga jaar de vierde klasse KNVB, op een modderig veld op Zestienhoven, met een zware eivormige bal die niet te tillen is.

Mooie man, die Koos. Vandaag 90 jaar.

100 worden is zijn nieuwe target.  



(*) https://www.bol.com/nl/nl/p/kraan-en-de-donderstenen-van-feyenoord/9200000084861413/