door Geert van Someren
Het parkeren op de Oostmolendijk van bezoekers van de Crezéepolder is niet verkeersveilig. En al helemaal niet in de bocht bij de ingang aan de kant van de Gorzen. Dat blijkt uit antwoorden die het Ridderkerks college van B&W heeft gegeven op schriftelijke vragen van het raadslid Petra van Nes (Burger op 1). Die vragen kwamen in reactie op de voorbereiding van het parkeerverbod door het waterschap Hollandse Delta, de eigenaar van de dijk en de daarop liggende weg. Parkeren moet bij de Paradijshoeve of (wat verder weg) in de Gorzen.
Niet officieel
“In de bocht van de Oostmolendijk is nooit sprake geweest van een officiële parkeergelegenheid”, stelt het college in het antwoord. “Parkeren in bochten is niet verkeersveilig en daarom niet wenselijk. In het verleden is er wel samen met het Waterschap gekeken naar alternatieve parkeergelegenheid, met name tussen de bocht en de Rotterdamseweg. Maar het blijkt niet mogelijk hier een parkeervoorziening te maken die aan alle eisen - zoals verkeersveiligheid, milieu en natuurwaarden – voldoet”.
Niet langs de dijk
Evenmin reageert het college positief op de suggestie van Van Nes om langs de dijk zelf enkele parkeerplaatsen te maken. Ook dat is niet veilig. “Geparkeerde auto’s zorgen ervoor dat de passeerbreedte voor fietsers en auto’s kleiner wordt en er minder zicht is op tegenliggers. Bovendien fungeert de berm als voetpad langs de Oostmolendijk voor wandelaars richting het gebied”.
Minder validen
Van Nes merkt in de vragen op dat de entree tot het natuurgebied in de bocht de enige toegang is voor minder validen met een rolstoel of voor mensen met een kinderwagen. Volgens het college van B&W is die toegang niet nodig. “De Crezéepolder is door de hoogteverschillen en de smalle onverharde paden niet geschikt voor mensen met een rolstoel of een kinderwagen. Daar zijn andere wandelgebieden voor. Het wel geschikt maken van het gebied voor mensen in een rolstoel zou afbreuk doen aan de natuurwaarden en de beleving van het natuurgebied”.