door Geert van Someren

Na de komende vergadering van de gemeenteraad op 14 december, kent Ridderkerk één adviesraad voor het sociaal domein. Dan wordt besloten over de verordening voor de instelling van de Burgeradviesraad Sociaal Domein Ridderkerk, kortweg de BSDR. Het is het resultaat van intensief overleg door de gemeente met de twee bestaande adviesraden: het Maatschappelijk Burgerplatform Ridderkerk (MBR) en het Burgerplatform Minima Ridderkerk (BMR). Het BMR heeft uiteindelijk besloten niet in te stemmen met de nieuwe verordening.

Geen appeltje-eitje

Wethouder Edward Piena onlangs tijdens de voorbereidende commissievergadering: “Het was geen makkelijk proces. Helaas doet BMR als eenheid niet mee. Ze zien te veel hobbels. Maar we moeten ook verder”. Tijdens de vergadering spreekt waarnemend voorzitter Eddie Rondelez van het MBR in. “Het is geen appeltje-eitje geweest. Er is ruim drie jaar aan gewerkt. Soms leken we in een impasse terecht te komen. We hadden wel eens de indruk dat de gemeente inzette op het beteugelen van de platforms”.

58 miljoen euro

Rondelez merkt op dat het gemeentelijk budget voor de zorg 58 miljoen is. “Dat is ruim een derde van de begroting. Gelet op deze impact en de noodzaak om goed contact te leggen met de burgers, hadden we liever gezien dat het aantal leden niet zou worden beperkt tot veertien leden”. In de commissie is te horen dat niet voor alle facetten van het sociaal domein een deskundige is in de nieuwe adviesraad. In antwoord op vragen van het commissielid Stefan Coule (Burger op 1) zegt de wethouder dat het college van B&W de adviezen van de Burgeradviesraad volgt en daar alleen in bijzondere omstandigheden van afwijkt.

Onafhankelijk

De nieuwe adviesraad kan zowel gevraagd als ongevraagd advies geven, zegt Piena. Die ongevraagde adviezen komen ook naar de gemeenteraad, maar wel inclusief de reactie van het college van B&W daarop. Stefan Coule en Arianne Ripmeester (PvdA) hebben vragen over de onafhankelijkheid van de raad. Dat is ook een van de redenen dat het BMR uiteindelijk afhaakte. De gemeente zou veel meer over het ‘wat’ moeten gaan en het adviesorgaan over het ‘hoe’.

Cliëntenraad

Ripmeester voegt daaraan toe dat de instelling van een cliëntenraad te prefereren zou zijn. Ze citeert de nationale ombudsman Reinier van Zutphen die een adviesraad “een surrogaat” vindt. “Een cliëntenraad is een medezeggenschapsorgaan waar meer bij komt kijken. Het ontbreken van zo’n raad gaat echt ten koste van de inspraak en de invloed van cliënten”, heeft de ombudsman gezegd.