door Geert van Someren

Het staat vast dat in Ridderkerk aan eigenaren van zogenoemde niet-woningen een hogere rioolbelasting zal worden opgelegd. Meest waarschijnlijke scenario is dat die heffing zal worden gekoppeld aan de hoogte van de Onroerend Zaak Belasting (OZB), al dan niet met een vast basisbedrag. Dat basisbedrag moet voorkomen dat voor kleinere panden te weinig wordt betaald. Dat blijkt uit stukken die het Ridderkerks college van B&W heeft gestuurd naar de gemeenteraad.

Een van die stukken is de uitkomst van een onderzoek door Van den Bosch & Partners (belastingadviseurs voor overheden), dat is uitgevoerd in opdracht van het college van B&W. Daarmee acteert het college op een in november vorig jaar door de gemeenteraad aangenomen motie van Partij 18Plus, die door 19 van de 29 raadsleden werd gesteund. Kern van de motie is dat de gemeenteraad een andere maatstaf voor de heffing wil dan de vaste bedragen die nu gelden. Voor niet-woningen zou meer moeten worden betaald; voor woningen minder.

Vervuiler betaalt
“Door gebruik te maken van de heffingsmaatstaf WOZ-waarde wordt in onze optiek ook goed aangesloten bij het beginsel ‘de vervuiler betaalt’. Percelen met een hogere WOZ-waarde zullen over het algemeen ook groter zijn en meer hemelwater afvoeren”, zo stelt de belastingadviseur in zijn rapport. Wettelijk gezien zijn daar geen beletsels voor.

Een optie is volgens de adviseur dat iedereen belastingplichtig wordt, ongeacht of men wel of niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering. “Daarmee worden immers meer percelen in de heffing betrokken dan thans het geval is en dat zou weer kunnen leiden tot verlaging van de tarieven voor woningen. Indien deze optie overwogen wordt, dan dient wel eerst onderzocht te worden hoeveel percelen dan mogelijk aanvullend in de heffing betrokken zouden kunnen worden”.

Ook roerende zaken
De adviseur merkt op dat in de meerderheid van de gevallen de in de heffing te betrekken percelen onroerende zaken betreffen. “De Verordening Rioolheffing 2021 beoogt echter ook roerende percelen die op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten in de heffing te betrekken. Bij roerende percelen die op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten, kan bijvoorbeeld worden gedacht aan caravans, woonboten en niet-onroerende zomerhuisjes”. Het is een van de zaken die de gemeenteraad zal moeten overwegen.

De leden van de Ridderkerkse gemeenteraad gaan tijdens een commissievergadering op 9 juni hun mening geven over de rapportage en hun voorkeur laten weten voor opties als al dan niet een vast basisbedrag en de vraag of ook moet worden betaald voor panden die niet zijn aangesloten op de riolering.