door Geert van Someren
De gemeenteraad van Ridderkerk neemt donderdagavond in de maandelijkse vergadering een besluit over het al dan niet realiseren van een steunberm langs de Nieuwe Maas bij de Ankerplaats, de Dokhof en de Werfkade in Maasdonck. Daarmee is een investering van 9,2 miljoen euro (ex btw) gemoeid.
De steunberm moet de bestaande oeverconstructie stabiliseren, door het opsluiten met zand afgedekt met stenen. Met name bij de Ankerplaats is het herstel urgent, aldus het college van B&W.
Agenda
De aanleg van de steunberm is het belangrijkste punt op de agenda bij de raadsvergadering, waar verder onder andere het vragenuurtje op staat. De vergadering is vrij toegankelijk voor publiek en begint om 20.00 uur in de raadszaal van het gemeentehuis. Desgewenst kan de vergadering live via internet worden gevolgd op www.ridderkerk.nl/raadinbeeld, dan wel achteraf worden nageluisterd.
Antwoord op vragen
Na de voorbereidende vergadering in een commissie van de gemeenteraad heeft het college nog deze week antwoord gegeven op openstaande vragen. De PvdA vroeg zich af hoe inwoners in vergelijkbare situaties worden ontzorgd. In dit geval is de oeverconstructie eigendom van de gemeente, maar op andere plaatsen is die eigendom van de VvE die eigenaar het gebouw is.
Risico
Het college is zo blijkt uit het antwoord het niet eens met de stelling van de PvdA dat de lasten voor het onderhoud van een oeverbescherming lasten zijn die niet bij particuliere woningbezitters thuishoren. “Als iemand eigenaar is van een oeverconstructie dan is diegene ook verantwoordelijk voor de in stand houding er van. Private eigenaren wijzen wij op de beheeraspecten en de risico’s van hun oeverconstructies”, aldus het college. Oftewel voor het onderhoud zullen de bewoners zelf geld moeten reserveren.
Planschade
Daarnaast blijkt uit het antwoord op vragen van Burger op 1 dat mogelijk een beroep kan worden gedaan op planschade (nadeelcompensatie genoemd), omdat de wandelpier moet wijken voor de doorstroming van de rivier bij zeer hoge waterstanden. “Dat wordt van geval tot geval bekeken door de gemeente, waarbij een adviseur of adviescommissie hierover advies zal geven”, aldus het college.