Een grotere groep mensen gaf vorig jaar aan bij een kerkelijke of levensbeschouwelijke stroming te horen dan in 2023. Sinds het eerste meetmoment van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2010 is het aandeel gelovige mensen in Nederland elk jaar afgenomen, maar vorig jaar stopte deze daling.
In 2024 gaf 44 procent van de ondervraagden aan bij een kerk, moskee of synagoge te horen, tegenover 42 procent een jaar eerder. In 2010 voelde nog 55 procent van de bevolking zich religieus.
Het grootste deel van de gelovigen noemt zichzelf rooms-katholiek, gevolgd door protestants en moslim. Ongeveer 7 procent had een andere geloofsovertuiging.
75-plussers
Jongeren van 18 tot 25 jaar horen het minst vaak bij een kerk of religieuze groep. Ruim twee derde van deze groep zegt niet-gelovig te zijn. Hoe ouder de mensen, hoe groter de groep gelovigen. Bij de 75-plussers was dit ruim 60 procent.
Van alle gelovige mensen bezocht 13 procent minimaal één keer per maand een religieuze dienst. Meer dan de helft van de moslims gaat minimaal één keer per maand naar de moskee. Van de protestanten gaat iets minder dan de helft maandelijks naar de kerk. Bijna driekwart van de katholieken gaat zelden of nooit naar een dienst.
Door: ANP