Grofweg een kwart van de gepeilde Nederlandse gemeenten heeft nog niet genoeg stembureauleden gevonden voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart. Dat schrijft minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Van de ruim 350 Nederlandse gemeenten vulden er 315 de peiling in. Om de verkiezingen in tijden van corona veilig te laten doorgaan, zijn er meer stembureauleden en tellers nodig: zo'n 70.000 in plaats van de 40.000 tot 50.000 in een normale situatie.
Die landelijke grens van 70.000 is inmiddels gehaald, maar dat betekent niet dat er in elke gemeente al genoeg mensen paraat staan, aldus Ollongren: 238 gemeenten hebben er genoeg, 74 nog niet. Twaalf gemeenten hebben aangegeven nog honderd of meer stembureauleden tekort te komen.
Stemlocaties
Verder zijn er "ook signalen van gemeenten dat stembureauleden toch niet beschikbaar zijn of zich weer afmelden", schrijft Ollongren. De wervingscampagne gaat nog tot eind februari door.
De Kamer drong eerder ook aan op meer stemlocaties. In tegenstelling tot eerdere verkiezingen kunnen mensen in maart op drie dagen hun stem uitbrengen: 15, 16 en 17 maart. Over de drie dagen zijn er ruim 11.000 stemlocaties beschikbaar, schrijft Ollongren, waarvan 9250 op de 17e. Bij de verkiezingen in 2017 waren er zo'n 9300 locaties.
Een aantal gemeenten kijkt ook of mensen in de buitenlucht kunnen stemmen, waar de kans op besmetting met het coronavirus kleiner is. Zeker 60 van de gepeilde gemeenten geeft aan stemlocaties in tenten in te richten, in 41 gemeenten zullen mensen in een 'drive through' stembureau kunnen stemmen.
Door: ANP