door Geert van Someren

De uitrol van het afvalplan in Ridderkerk blijft de gemoederen bezig houden, zo constateert PvdA-raadslid Jeroen Rijsdijk in schriftelijke vragen aan het college van B&W. Dit jaar is bestempeld als overgangsjaar, zodat inwoners kunnen wennen aan de nieuwe manier van inzameling. Uit de vragen blijkt dat het systeem nog steeds niet volledig is uitgerold, zodat niet iedereen weet of hij – afhankelijk van de hoeveelheid afval – met ingang van volgend jaar moet bijbetalen of juist geld terug krijgt.

Op eerdere vragen van PvdA en Leefbaar heeft het college gezegd dat bij hoogbouw VvE’s de keus hebben om het afval inpandig of uitpandig te laten inzamelen. Bij de meeste hoogbouw werkt dat inpandig inzamelen prima. Het advies van NV BAR afvalbeheer is echter om het uitpandig in te zamelen. Daarvoor moeten ondergrondse containers worden geplaatst. Rijsdijk vraagt met hoeveel VvE’s nog afspraken moeten worden gemaakt over het inzamelen en hoeveel VvE’s hebben gekozen dat in de hoogbouw te doen. Ook vraagt hij zich af op welke wijze bij het inpandig inzamelen het aantal klepbewegingen per bewoner wordt bijgehouden.

Rijsdijk stelt in zijn vragen dat inwoners van verschillende wijken een aantal keren hebben gezien dat bij het ophalen van afval de ondergrondse containers voor papier en restafval tegelijk zijn geleegd. Het afval is bij elkaar gegooid. Hij vraagt zich af of dat de juiste werkwijze is. Hij vindt het niet erg motiverend voor de inwoners als ze afval goed scheiden en dit vervolgens bij het ophalen weer bij elkaar wordt gegooid.

Gratis zakken
Het PvdA-raadslid pleit er ook voor gratis plastic zakken te verstrekken aan bewoners van hoogbouw. Die kregen alle inwoners in het verleden voor het inzamelen van PMD gratis. Bewoners van laagbouw hebben met het nieuwe systeem daarvoor een speciale container in de plaats gekregen. Hoogbouw levert PDM in met het restafval, waarna het bij de verwerking wordt nagescheiden. Rijsdijk wijst erop dat de afvalstoffenheffing door landelijk en lokaal beleid per 1 januari omhoog is gegaan met € 29 voor een eenpersoonshuishouden en met € 45 voor meerpersoonshuishoudens.