"Ik las dat een van de bestuursleden van supportersvereniging van Feyenoord zei dat dit kunst was. Nou, dan heb je het begrip kunst niet goed begrepen. Dit is het moedwillig beledigen van een groep mensen, in onze stad, land en op de wereld."
Dat zei burgemeester Aboutaleb vrijdag bij de jaarlijkse herdenking van de deportatie van Rotterdamse joden tijdens de Tweede Wereldoorlog via Loods 24 op Zuid over de antisemitische muurschildering van de ex-Feyenoorder Steven Berghuis.
Ook voor anderen van de enkele honderden aanwezigen bij de herdenkingsdienst was die graffititekening van de (van Feyenoord naar Ajax verkochte) voetballer het bewijs dat men 76 jaar na afloop van de oorlog nog altijd alert moet blijven en hoe belangrijk het is om stil te blijven staan wat er in 40-45 is gebeurd. (dixit Aboutaleb)
De beroemde onderwijzer, meester Maup Frenk (1914-1990), die de Rotterdamse scholieren in het ouwe Noorden na de oorlog vertelde over de verschrikkingen van de oorlog en zelf via Loods 24 naar Westerbork was afgevoerd (maar als door een wonder de oorlog overleefde) kan het allemaal niet meer vertellen, maar de verhalen - en die van hem - blijven. Eens per jaar keren ze terug bij de Muur aan de Rotterdamse Stieltjesstraat, op de plek waar ooit Loods 24 stond. Nu brengen kleinkinderen van slachtoffers ze in herinnering.
Er zijn in totaal twaalfduizend joodse Nederlanders uit Rotterdam en omgeving tussen 30 juli 1942 en eind juni 1943 in Loods 24 verzameld voor deportatie. Het overgrote deel van hen heeft de verschrikkingen van de kampen niet overleefd. Ongeveer 13% van de joodse bevolking van Rotterdam en omgeving keerde slechts terug uit de kampen. Alleen een stuk muur naast het brugwachtershuisje van de Spoorweghavenbrug staat nog overeind als blijvende herinnering.