door Jan D. Swart
De kilheid waarmee raadslid Verheij van de VVD sprak over de in de Merwehaven spartelende koe, greep zijn collega Van der Velden van de Partij van de Dieren zo bij de keel dat hij riep: ‘’Ik weet dat de VVD niks heeft met dieren. Ja, met een spaarvarken. Wat u zegt, vind ik totaal gestoord.’’
Verheij had gezegd: ‘’De Floating Farm is een private onderneming en er is een private koe in het water gevallen. Mijn fractie heeft gezegd dat ik er niet meer tijd aan mag besteden.’’
Het klonk als: wat kan ons die koe schelen? De Partij voor Dieren in elk geval veel. Daarom werd Van der Velden pissig. ‘’Het is nu de tweede keer dat er een koe in de Merwehaven terecht komt. Dat geeft de totale waanzin weer van deze boerderij. Het is een schande voor de stad. Koeien horen niet op het water. De gemeente Rotterdam ontloopt volledig z’n verantwoordelijkheid.’’
Ruud van der Velden had de film gezien en de doodsangst in de ogen van de koe, die een uur in het water had gelegen. ‘’Als een hond in het water valt, kan je erin springen”’, zei hij. ‘’Maar een koe weegt tussen de 600 en 800 kilo. Daar moest een kraan voor aan te pas komen, helemaal uit Den Haag. Ik ben klaar met die onzin van Floating Farm’’, riep hij. Geen nieuwe vergunningen meer. Geen nieuwe subsidies. En ook geen melkproducten meer afnemen.
Wethouder Wijbenga – ook VVD – haastte zich door onmiddellijk te zeggen dat een koe kan zwemmen. Hij had ook die doodangst niet gezien. Maar wel begrepen dat men met man en macht had moeten proberen om haar niet in de richting van de Maas te laten zwemmen. En: binnen een uur was het gepiept. ‘’Maar ik geef toe dat boer Bert de bescherming die dag niet op orde had.’’
En toen kwam het verwachte hoge woord eruit: ‘’verder voldoet de circulaire boerderij aan alle eisen.’’ Met andere woorden: ‘’Het is inderdaad een beetje gek. En ook onnatuurlijk. Maar het is wel 2021. Je hebt wonen op het water. Je hebt kantoren op het water, dus ook melkproductie op het water.’’
Van der Velden diende vier moties in. De eerste: onmiddellijk wegwezen met die gekkigheid. De tweede: geen vergunning meer. De derde: geen geld meer naar de Floating Farm en de vierde: stuur een brandbrief naar Den Haag om er voor te zorgen dat er nooit meer drijvende bouwwerken verrijzen met daarin dieren.
Aan het einde van de avond kreeg de Partij voor de Dieren bij enkele voorstellen hier en daar nog wel wat medestanders, maar in alle gevallen te weinig. Ook waren er de politieke partijen die werkelijk geen enkele vleug koe-vriendelijkheid toonden: D66, VVD, Leefbaar Rotterdam, CDA en CU-SGP.