Met zomers weer gaan we het liefst de tuin in. Dan wilt u zo min mogelijk overlast hebben van nare geurtjes en ongedierte.
Dat is ook niet nodig, want er zijn allerlei manieren om de minicontainer voor Groente-, Fruit- en Tuinafval (GFT) zo fris mogelijk te houden.
Voorkom vocht
Vochtig afval kan zorgen voor broei. Laat vochtig keukenafval daarom even drogen of uitlekken voor u het in de minicontainer voor GFT gooit. En als u het gras heeft gemaaid: laat het een dagje liggen voordat u het in de container doet. Heeft u tuinafval en etensrestjes, dan werkt het goed om laagjes te maken: leg op een laag keukenafval een laag gras, bladeren of ander tuinafval. Dit maakt het GFT een stuk droger.
Stro en zakjes
De deksel een beetje openlaten – door er een stokje onder te doen- voorkomt stankoverlast, maar met de deksel dicht heb je weer minder snel last van ongedierte. Wat stro of een oude krant op de bodem voorkomt dat afvalresten aankoeken. Af en toe een handje zaagsel absorbeert vocht en geurtjes. Verpak etensresten in een biologisch afbreekbaar afvalzakje of in een krant, dan krijgen vliegjes en maden minder kans. U kunt ook een stuk van de klimop (hedera) of lavendel in uw minicontainer doen, want daar houden maden niet van.
Wel of niet bij GFT?
Er mag meer bij het GFT dan u zou denken. Groente-, fruit- en tuinafval, uitgebloeide bloemen, maar ook restjes (gekookt of ongekookt) eten, filterzakjes met koffiedik en papieren theezakjes. Doppen van pinda’s en noten en eierschalen mogen bij het GFT, net als schelpen van mosselen en andere zeedieren, restjes vlees en vis. Dat geldt ook voor botjes en graatjes.
Meer tips over het fris houden van uw GFT-minicontainer vindt u op bar-afvalbeheer.nl/veelgestelde-vragen-gft. Weten welk afval waar hoort? Kijk dan op: bar-afvalbeheer.nl/welk-afval-hoort-waar