door Geert van Someren
 
Ridderkerks wethouder Marten Japenga (ChristenUnie) is boos geworden tijdens een vergadering van de commissie Samen Wonen over de kritiek van Leefbaar Ridderkerk en VVD op het afvalplan. Dat betreft vooral het ‘jaar van gewenning’ aan het nieuwe plan, waar inmiddels voor de inwoners nog maar maximaal een half jaar van rest. Dan is het wel vereist dat op 1 juli aanstaande het plan compleet is ingevoerd.

Tijdens de vergadering van de commissie vragen Edward Piena (VVD) en Karin Kayadoe (Leefbaar Ridderkerk) om de harde toezegging van de wethouder dat die termijn wordt gehaald. Japenga: “Ja, dat is onze inzet. Ik ga ervan uit dat het zal lukken. Het is nog best een opgave”. Dat is de raadsleden te vaag. Kayadoe: “Ik vraag om de toezegging dat op 1 juli het afvalplan zo ver is, dat de periode van gewenning kan ingaan”. Daarop wordt Japenga boos. “Zo gaan we niet met elkaar om. We doen ons uiterste best”.

Op de opmerking van Kayadoe dat ontzettend veel niet goed gaat, antwoordt de wethouder: Er gaat ook heel veel wel goed. We moeten onze zegeningen tellen”. Hij memoreert onder andere dat de BAR-gemeenten de rechtszaak van de AVR tegen de onderhandse aanbesteding van het afvalplan gewonnen hebben.
 
Historie
Het afvalplan en wethouder Japenga hebben inmiddels een lange historie. Al in de vorige collegeperiode (2014-2018) komt de eerste versie van het plan op tafel in de gemeenteraad. Er is veel kritiek, waarop het plan op een aantal punten wordt aangepast. Het is niet genoeg. Leefbaar Ridderkerk, dat toen deel uitmaakte van de coalitie, blijft tegen. Daarop trekt het college het plan in.

In deze collegeperiode komt een nieuwe versie op tafel. Een belangrijke wijziging is dat – na marktverkenning – het vooraf scheiden van afval, eind 2018 wordt omgezet in achteraf scheiden. Essentieel onderdeel van het nieuwe plan is dat de afvalheffing afhankelijk wordt van de hoeveelheid afval die een inwoner inlevert. In de zomer van 2019 krijgen in Ridderkerk alle huizen in de laagbouw nieuwe containers.
 
Ondergrondse containers
Daarna ontstaan problemen. Bijvoorbeeld met de pasjes die het verbruik moeten meten, maar ook met de ondergrondse containers. Het leidt tot vertraging. De invoerdatum van 1 januari 2020 verdwijnt uit beeld, waarna de coronacrisis verder roet in het eten gooit. Op dit moment heeft de gemeente 32 locaties aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse containers bij hoogbouw. In vier gevallen is daar bezwaar tegen. De eerste plaatsing zou in week 4 van dit jaar moeten beginnen, maar over een tiental locaties vindt nog overleg plaats, zo meldt wethouder Japenga in de commissievergadering.