door Geert van Someren
Ondanks de coronapandemie is vorig jaar in Ridderkerk het aantal vragen over problematische schulden licht gedaald, terwijl een stijging werd verwacht. Ook was sprake van lagere uitgaven op het gebied van het minimabeleid. Het college van B&W vermoedt echter dat een groep inwoners dit jaar alsnog in de problemen komt, zo staat in de evaluatie van het minimabeleid en de schuldhulpverlening over 2021.
Die verwachting is gebaseerd op het stoppen van alle steunmaatregelen in het kader van corona en het weer gaan innen van achterstallige vorderingen. Daar bovenop komen alle prijsstijgingen.
Onrustig jaar
In de evaluatie wordt opgemerkt dat 2021 desondanks een onrustig jaar is geweest. De gevolgen van de landelijke belastingaffaire met de toeslagen voor de kinderopvang zijn in volle omvang zichtbaar geworden. “De minimaregelingen zijn waar nodig coulant toegepast. Vanuit schuldhulpverlening hebben we voor de gedupeerden schulden gesaneerd, waarna regelingen werden afgesloten”, aldus de evaluatie.
Lichte daling
Het aantal huishoudens in Ridderkerk dat rond moet komen met een minima inkomen is in 2021 licht gedaald: van 1501 naar 1476. Het aantal kinderen dat opgroeit in een dergelijk gezin nam eveneens iets af (van 1061 naar 1047). Dat is 11,8% van alle kinderen in Ridderkerk. Dat is beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde van 7,4%.
Per wijk
Uit de cijfers blijkt dat Bolnes de wijk is met de meeste minima. Dat gaat om bijna 23% van de huishoudens. In het Centrum is dat percentage 17,9%, in Drievliet 17,6% en in Slikkerveer 13,9%. De wijken Oost en West noteren respectievelijk 16,3% en 8,1%. In Rijsoord is het percentage maar 1,2%, Het Zand 1,4% en in Oostendam 0,5%.