door Geert van Someren
 
De Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard (GRNR) verwacht uiteindelijk financieel quitte te spelen op de ontwikkeling van het gelijknamige bedrijventerrein van 96 hectare. Die verwachting staat in de jaarstukken van de GRNR. Met een zekerheid van 90% zal over een aantal jaren het uiteindelijk resultaat uitkomen op een bedrag tussen een plus van 14,2 miljoen en een min van 688.000 euro.
Ter vergelijking hoe marginaal dat is: de totale lasten hebben alleen al in 2022 circa 18,8 miljoen euro bedragen en de baten 2,6 miljoen. Vorig jaar zijn wel diverse (voor)reserveringsovereenkomsten getekend, maar zijn geen kavels op het bedrijventerrein verkocht. Bij elkaar gaat het om een bedrag dat de 250 miljoen euro overschrijdt.
 
Lager
De opbrengsten zijn in 2022 dus veel lager dan begroot. Die begroting was eerst 34,5 miljoen euro, later is dat gehalveerd. Dan nog is de opbrengst van 2,6 miljoen enorm veel lager uitgevallen. De lastenkant is daarbij wel ook veel lager dan begroot: 18,8 miljoen in plaats van 31,4 miljoen euro). Er is minder geld dan begroot uitgegeven aan grondverwerving, de reconstructie van de IJsselmondse Knoop en het bouwrijp maken van kavels.
 
Hoog risico
Het risico op de grondverkopen blijft hoog, vindt de GRRR. “Weliswaar is er veel animo voor ons bedrijvenpark getuige het bestaan van een wachtlijst, maar er zijn ook potentiële kopers die mogelijk kunnen afzien van de koop door de verhoogde bouwkosten en onzekere economische omstandigheden”. De prijs waarvoor de grond wordt verkocht valt binnen de vastgestelde kaders.
 
Barendrecht
Tijdens de onlangs gehouden vergadering van het algemeen bestuur van de GRNR heeft het Ridderkerkse raadslid Linda Klaver (VVD) gevraagd naar de status van de aankondiging van de gemeente Barendrecht om uit de samenwerking met Ridderkerk en Rotterdam te stappen. Volgens de Barendrechtse wethouder Lennart van der Linden staan de gevolgen van zo’n uittreding inmiddels op een rijtje. Het college van B&W van Barendrecht is die nu aan het wegen. Van der Linden verwacht op korte termijn met een standpunt te kunnen komen.