door Geert van Someren

De regeling voor de individuele toeslag voor inwoners in Ridderkerk met een laag inkomen, is geen oplossing voor de huidige financiële problemen waar minima mee te maken hebben. Dat stelt het college van B&W in een reactie aan het Burgerplatform Minima Ridderkerk (BMR).

Die instantie pleit ervoor om meer flexibel om te gaan met de regeling. Ook is het college niet van plan de eerder vastgestelde indexering op de hoogte van de toeslag aan te passen aan de recente inflatie. Dat gebeurt in 2023.

Termijn 3 jaar
In de regeling is de eis opgenomen dat er geen zicht op inkomensverbetering is voor degene die de toeslag aanvraagt. De gemeente hanteert een termijn van drie jaar. Als iemand die hele periode een laag inkomen had, kan worden gesteld dat er geen zicht is op verbetering. Het BMR wil dat de regeling wordt aangepast door het loslaten of inkorten van de termijn, zodat snel en flexibel kan worden gehandeld.

Onuitvoerbaar
“Deze regeling geeft niet de mogelijkheid om de referteperiode los te laten”, stelt het college van B&W. “Het loslaten van de periode van drie jaar maakt de regeling onuitvoerbaar. Deze regeling is juist een ondersteuning voor minima die langdurig een laag inkomen hebben en er alles aan hebben gedaan om de inkomenspositie te verbeteren”.

Hoogte toeslag
In 2022 gelden de volgende bedragen voor de toeslag: 410 euro voor een alleenstaande, 525 euro voor een alleenstaande ouder en 621 euro voor gehuwden. De gemeenteraad neemt op donderdag 15 december een besluit over de gemeentelijke verordening voor de individuele toeslag. Op 1 december komt de zaak aan de orde in de desbetreffende raadscommissie, waar de mogelijkheid tot inspraak bestaat.