door Geert van Someren
Dankzij het senior raadslid Arianne Ripmeester is helder wat de gemeente Ridderkerk precies bedoeld met de term ‘stipt’ bij het speciaal vervoer van leerlingen en het vervoer in kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Het PvdA/GL-raadslid heeft in de aanloop naar het unanieme raadsbesluit over de nieuwe aanbesteding volgend jaar, gevraagd naar de definitie die dan gaat gelden voor wat wel en wat niet stipt is.
Verantwoordelijk wethouder Edward Piena (VVD) maakt in zijn antwoord een onderscheid tussen de twee soorten vervoer. Stipt bij het vervoer van leerlingen is dat een leerling maximaal tien minuten voor de voor aanvang van de lessen afgezet mag worden op school. Maar uiteraard nooit later dan de aanvang. Na afloop van de schooltijd moet de leerling binnen tien minuten worden opgehaald.
WMO-vervoer
Het WMO-vervoer is vraagafhankelijk. In het huidige contract geldt een marge van 15 minuten voor en na het gevraagde tijdstip van ophalen. Reizigers kunnen daarnaast een rit reserveren met een vaste aankomsttijd. Die geldt dan als het uiterste moment. Aankomst mag wel eerder, maar tot maximaal een half uur. Bij een zogenoemde prioriteitsrit bijvoorbeeld bij het bezoeken van een spreekuur voor medische hulp of een theatervoorstelling, is dat maximum vijftien minuten.
Kwaliteit
"In de afgelopen jaren is in de gemeente Ridderkerk ingezet op het verhogen van de kwaliteitsstandaard van het doelgroepenvervoer”, aldus Piena. “Deze kwaliteit wordt goed gewaardeerd. Dat moet zo blijven. Daarom streeft de gemeente naar het borgen van kwaliteit en kosten. Hierbij houden we rekening met verschillende algemene landelijke trends en ontwikkelingen op het gebied van vervoer en demografie. Deze trends en ontwikkelingen verhogen in de komende jaren de druk op het doelgroepenvervoer, maar bieden ook kansen”.
Noot doet 61%
Het contract voor het leerlingenvervoer is op dit moment gegund aan taxibedrijf Noot. Noot is landelijk actief (met het hoofdkantoor in Ede) en rijdt een deel van het vervoer zelf (61%). Het overige deel wordt gereden door vier (regionale) onderaannemers. Het aantal reizigers in het leerlingenvervoer ligt de afgelopen jaren relatief stabiel rond de 150. Die maakten in 2019 ongeveer 39.000 ritten per jaar. Vanwege Corona is het aantal ritten de afgelopen twee jaar wat afgenomen, zo blijkt uit cijfers van de gemeente.
Stijging gebruik 63%
Het contract voor het vraagafhankelijke WMO-vervoer is bij de aanbesteding van 2019 gegund aan taxibedrijf Haars, als onderdeel van het landelijke samenwerkingsverband De Vier Gewesten (DVG). Haars rijdt alle ritten zelf. De kosten voor het vraagafhankelijke vervoer zijn tussen 2017 en 2021 toegenomen met circa 63%. Ruim 59% van de gereden ritten is minder dan zes kilometer lang. Dit zijn (dus) hoofdzakelijk ritten binnen de eigen wijk/gemeente. Maar 10% is langer dan vijftien kilometer.