door Geert van Someren

Het SGP-raadslid Daan Kardol wil dat bij het aangeven van verkeersonveilige locaties in Ridderkerk niet alleen wordt gekeken naar het aantal keren dat een locatie is ‘geprikt’, maar ook naar hoe ernstig de situatie is. Hij heeft dat gesteld in schriftelijke vragen aan het college van B&W naar aanleiding van de resultaten van de online enquête ‘prikker op de kaart’. Over het feit dat maar liefst 687 inwoners 1208 unieke prikkers plaatsten, merkt Kardol op dat het “blijk geeft van grote betrokkenheid van inwoners op dit onderwerp. Het maakt tegelijk goed duidelijk dat er veel zorgen zijn over de verkeersveiligheid van onze (jonge)inwoners die deelnemen aan het verkeer. De SGP deelt de zorgen van deze inwoners”.

“Wanneer niet gekeken wordt op basis van clusters en het aantal prikkers, maar gelet wordt op hoe onveilig de aangegeven locatie is, hoe zou de top 20 er dan uit komen te zien”, vraagt Kardol. “U geeft aan dat van het genoemde aantal nog niet duidelijk is wat de aard, oorzaak en ernst van het ongeluk was. Uit de woorden "nog niet" concluderen wij dat onderzoek naar aard, oorzaak en ernst wel gedaan wordt of gaat worden. Is dit een juiste conclusie”, wil Kardol van het college weten. Ook vraagt hij of het college bereid is alsnog met losse wijklijsten te komen, zodat op wijkniveau een top 10 van onveilige situaties kan worden vastgesteld.

Verkeersveiligheidsplan
In het derde kwartaal van 2021 wordt het rapport Verkeersveiligheidsplan Ridderkerk aan de gemeenteraad aangeboden. Naar aanleiding daarvan vraagt Kardol of uit dit onderzoek onveilige situaties naar voren zijn gekomen, die “van dusdanige aard zijn dat direct aanpassingen nodig zijn en dat wachten tot het derde kwartaal ongewenst is”.

“Maar liefst 554 prikkers zijn geplaatst op een school-thuis-route”, constateert het SGP-raadslid. “Op welke manier gaat het college ook scholen (en ouders) betrekken bij het opstellen van het verkeersveiligheidsplan”, is de slotvraag van Kardol.