door Geert van Someren

Voor een snel verbetering van de visstand in de Ridderkerkse wateren is het nodig de komende jaren vis uit te zetten. Om echter een zichzelf in stand houdende visstand te krijgen, moet de gemeente een scala aan maatregelen treffen. “Dit wordt meegenomen in de Visie op Water die in overleg met het Waterschap Hollandse Delta wordt opgesteld”, zo heeft het college van B&W in een brief aan de gemeenteraad laten weten.

Het college reageert daarmee op een tijdens de begrotingsraad aangenomen motie van het raadslid Pascal Slaa (Partij 18Plus), die mede werd ingediend door het PvdA-raadslid Jilles Soffree. Daarbij stemden 24 van de 29 raadsleden voor de motie. De reactie van het college is gebaseerd op een rapport van het onderzoeksbureau Kavitrans, dat tot stand is gekomen na het in de motie gevraagde overleg met de Eerste Rijsoordse Hengelsportvereniging De Waal.

Inrichting water
In het rapport worden maatregelen genoemd die de visstand kunnen verbeteren. De ontwikkeling van de visstand wordt in sterke mate bepaald door de inrichting van het water, met name de typen boven- en onderwaterplanten, de taludhelling en de oevervegetatie. Verbeteringen op het gebied van de milieuomstandigheden, migratiemogelijkheden, waterplantengroei en het maaibeheer zullen de leefomstandigheden van de vis verbeteren, aldus het rapport.

Het gaat dan onder andere ook over het tegengaan van riool-overstorten en baggerwerkzaamheden. Het college merkt in de brief aan de gemeenteraad op dat de financiële consequenties voor bemonstering en het uitzetten van vis 12.500 euro per jaar bedragen.