door Geert van Someren
Het financieel resultaat van de begroting van de gemeente Ridderkerk voor 2026, is naar de mening van de provincie Zuid-Holland zodanig structureel en reëel positief dat geen extra toezicht nodig is. Kritisch is de provincie over de meerjarenraming van de gemeentelijke financiën. Die vertoont volgens de provincie vanaf 2028 structurele tekorten.
Dat blijkt uit een brief die Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland als toezichthouder op de financiën van de gemeenten in de provincie, aan de gemeenteraad van Ridderkerk heeft gestuurd.
Onvoldoende onderbouwing
“Er is onvoldoende onderbouwing aangeleverd voor het niet ramen van de volumestijging van de Jeugdzorg”, zo staat in de provinciale brief. “Hiermee laat uw meerjarenraming geen reëel beeld zien van de structurele ruimte in de begroting. Wij hebben deze aangepast op het structureel saldo waar wij ons toezicht op baseren”. De provincie constateert daarnaast dat de beheerplannen voor gebouwen en sportaccommodaties in Ridderkerk “nog steeds” niet zijn geactualiseerd. Inmiddels zijn volgens de provincie ook de beheerplannen voor de waterhuishouding en voor speelterreinen niet actueel meer. De provincie verzoekt om alle beheerplannen te actualiseren en de financiële gevolgen daarvan te verwerken in de financiële stukken.
Verschil in visie
Dat de provincie en de gemeente Ridderkerk verschillend aankijken tegen de begrotingen van de komende vier jaar, werd al duidelijk aan de vooravond van de behandeling van de begroting begin november in de gemeenteraad. Wethouder Kees van der Duijn Schouten vertelde toen aan het Ridderkerks Dagblad dat het verschil in visie tussen de gemeente en provincie is of de incidentele baten en lasten wel of niet meetellen. Uit de brief van de provincie blijkt nu dat die vindt dat daarnaast een aantal zaken moet worden geactualiseerd.
Zie ook https://ridderkerksdagblad.nl/Lokaal/twee-visies-op-de-vier-komende-begrotingen-van-ridderkerk