door Geert van Someren
De financiële compensatiewaarde die de gemeente Ridderkerk in sommige gevallen aan bijzondere bomen geeft, blijkt symbolisch. Degene die een boom kapt, hoeft geen geld te storten in een soort gemeentelijk bomenfonds. Dat fonds bestaat (nog) niet. De enige verplichting die de bomenkapper heeft, is de herplanting van een boom. Dat betreft dan meestal wel een jonger en dus veel kleiner exemplaar.
Een en ander valt op te maken uit antwoorden die Ridderkerks college van B&W heeft gegeven op schriftelijke vragen van het raadslid Petra van Nes (Burger op 1). Van Nes haakte met de vragen in op de discussie over een alternatief voor de toegangsweg naar drie nieuwe woningen in het Electropark in Slikkerveer. Het college bij monde van wethouder Oosterwijk noemde bij de kosten voor het alternatief een waarde van 100.000 euro voor een boom die weg zou moeten.
75 jaar oud
“Die waarde is een inschatting voor een boom van circa 75 jaar oud, volgroeid, met een stamdiameter groter dan 1 meter, vitaal en qua grootte en locatie niet te verplanten”, zo schrijft het college in het antwoord. “Hier ligt geen waardebepaling door een geregistreerd boomtaxateur aan ten grondslag. Wel is een referentie gebruikt uit een buurgemeente waar een boete is opgelegd van € 50.000,-. Dit betrof een Hollandse iep uit 1960, boomkwaliteit voldoende, met een kleinere stamdiameter”.
Oosterpark
Op de vraag van Van Nes of bij de uitvoering van de plannen die de gemeente heeft met het Oosterpark, aan de bomen die daar moeten worden gekapt ook een compensatiewaarde wordt toegekend, antwoordt het college ontkennend. “Ook voor het Oosterpark gelden de regels van het huidige kapbeleid ofwel de fysieke compensatiewaarde”. Uit het antwoord op de vragen blijkt verder, dat in de Groenvisie van Ridderkerk een nieuw compensatieschema voor het kappen van bomen wordt aangekondigd. “Deze actie is in voorbereiding”.