Politieke strapatsen 2021 (4)

5 April 2021, 12:16 uur
Lokaal , Columns
mainImage

Wat een politieke week hebben wij achter de rug, het Omtzigt debat trilt nog na in Den Haag. Het debat volgende had ik een tijdje het gevoel dat weleens afgelopen kon zijn met Rutte. Een Rutte die bleef roepen dat hij niet loog en dat hij naar eer en geweten heeft gehandeld en nergens een actieve herinnering aan had, dan gaan mijn nekharen recht overeind staan.

Na het diner echter, toen de verkenners met hun antwoorden kwamen, ging de stemming de andere kant op. Handig werd Rutte uit de wind gehouden. Het meest verbazingwekkende was dat de verkenners geen herinnering hadden dat zij over Omtzigt hadden gesproken met Rutte. Dat het toch in de stukken was gekomen was uiteindelijk de schuld van de ambtenaren, stel onverlaten, die dit gedeelte in het verslag hadden opgenomen.

Heel benieuwd was ik naar de rol van Sigrid Kaag van D66, die nieuw leiderschap nastreeft. Toen zij in haar termijn aan Rutte aangaf dat hier hun wegen zouden scheiden, kreeg ik het gevoel dat D66 weleens de door Geert Wilders ingediende motie van wantrouwen zou kunnen steunen. 

Daarnaast was ik benieuwd wat Wopke Hoekstra zou gaan doen, nu zijn partijgenoot Pieter Omtzigt door Rutte het liefst weggepromoveerd zou worden, zodat op die manier een lastpost uit de tweede kamer zou verdwijnen. Het alleen eisen van excuses richting CDA en Pieter Omtzigt vond ik een behoorlijk zwaktebod van Hoekstra.

Hoe het is afgelopen weten wij inmiddels, de motie van wantrouwen kreeg steun van de gehele oppositie, zelfs van SGP’er Kees van der Staaij. Dan moet je het echt verbruid hebben bij de SGP. Maar het kartel - VVD, D’66, CDA en CU - stemden tegen deze motie. Door D66 en CDA was een motie van afkeuring ingebracht, die met algemene stemmen werd aangenomen.

Door het niet steunen van de motie van wantrouwen heeft Wopke Hoekstra (CDA) zijn tweede man, Pieter Omtzigt, voor de bus gegooid om zelf op het pluche te kunnen blijven zitten. Daarmee is de geloofwaardigheid van het CDA overboord gegooid. De vraag is nu wat D66-fractievoorzitter Kaag voor snode plannen heeft en wat zij gaat doen met haar opmerking tegen Rutte “dat hier hun wegen scheiden”. 

De verkenners worden bedankt voor hun werkzaamheden en de Tweede Kamer gaat opzoek naar een verkenner/informateur die op afstand van de politieke partijen staat, een prima beslissing.

De gebeurtenissen in het Omtzigt-debat hebben er tevens voor gezorgd dat het formeren van een nieuw kabinet weleens lang kan gaan duren. Rutte heeft aangegeven dat hij graag door wilt gaan als minister-president, maar zijn er nog partijen die met hem in een regering willen gaan zitten? De partijen die de motie van wantrouwen hebben ondersteund zouden zich volkomen ongeloofwaardig maken, indien zij met de VVD in een regering gaan zitten.

Door de motie van afkeuring hebben D66 en het CDA een signaal aan Rutte afgegeven. Het slagveld overziend heeft Rutte alleen de ChristenUnie nog aan zijn zijde. Omdat D66 al heeft aangegeven dat een coalitie met de CU niet voor de hand ligt vanwege te grote verschillen, lees: voltooid leven.

Afgelopen zaterdag echter maakte Segers bekend dat de CU niet in een regering met Rutte gaat zitten. De jongerenpartij van de ChristenUnie vond namelijk dat Segers de motie van wantrouwen tegen Rutte had moeten steunen. Door het wegvallen van de steun van de ChristenUnie wordt een nieuw mandaat voor Rutte als minister-president zo goed als onmogelijk. 

Ook is het afwachten wat Pieter Omtzigt zal doen, nu hij door Hoekstra voor de bus is gegooid. Blijft hij bij het CDA en wordt hij straks, bijvoorbeeld, fractievoorzitter, of laat hij zich een ministerspost aansmeren of gaat hij zich - als andere mogelijkheid - afscheiden van het CDA en alleen verder.

Heel eerlijk gezegd zijn er weinig reële opties zichtbaar, een kabinet met D66, CDA, SP, PvdA, Groen Links, PvdD en ChristenUnie, goed voor 76 zetels, lijkt een optie, maar is uitgesloten vanwege het gegeven dat 66 regeren met de CU niet ziet zitten vanwege de onderlinge verschillende opvattingen.

Een optie zou nog kunnen zijn een minderheidskabinet met VVD, D66 en CDA, maar dan zullen eerst Rutte en Ollongren geslachtofferd moeten worden. Gebeurt dit niet, dan rest alleen nog nieuwe verkiezingen.

De nieuwe verkenner gaat een moeilijke tijd tegemoet, in een politiek landschap waar, na het Omtzigt-debat, een groot onderling wantrouwen is.

Wat het vervolg ook mag zijn, voor mij staat 1 april 2021 in mijn geheugen gegrift als de datum dat de Nederlandse politiek zijn democratie en zijn geloofwaardigheid verloor.