door Geert van Someren

De gemeenteraad van Ridderkerk staat voor een politiek dilemma over de lokale rioolheffing. Wil een meerderheid die heffing voor woningen iets verlagen, om dat financieel te compenseren door het tarief voor niet-woningen te verhogen. Dat dilemma is het gevolg van een motie van Partij 18Plus, de grootste fractie in de gemeenteraad. Tijdens de behandeling van de begroting op 4 november zal de raad een besluit nemen.

Bij een presentatie in een commissie van de gemeenteraad op dinsdagavond blijken er wat haken en ogen aan het plan te zitten. Voor woningen gaat een vast tarief gelden van 80 euro, terwijl dat nu ietsje meer is dan 89 euro. Dat bedrag moet worden gecompenseerd door het tarief voor niet-woningen te verhogen. Dat tarief is variabel en hangt af van de WOZ-waarde. Uitganspunt is dat vervuiler betaalt. Grotere panden vervuilen meer dan kleinere.

Minimum en maximum

Er zou een minimum en een maximum tarief komen. Objecten met een waarde beneden de 25.000 euro zijn sowieso vrijgesteld. Het minimumtarief van 80 euro geldt voor 681 niet-woningen. Het maximumtarief van 5.000 euro geldt voor 13 objecten. Let wel: die bedragen moeten tweemaal worden betaald. Een maal door de eigenaar en een maal door de gebruiker. Voor iets meer dan 1.300 objecten geldt een variabel tarief dat daartussen ligt.

Bezwaren

Verwacht wordt dat tegen de eventuele invoering juridisch bezwaar zal worden gemaakt. Het tarief koppelen aan de WOZ-waarde is overigens al elders toegepast. De Hoge Raad heeft vervolgens uitgesproken daar geen bezwaar tegen te zien. Voor objecten geldt nu in Ridderkerk een vast tarief van 89 euro. Met name voor de niet-woningen met een hoge WOZ-waarde gaan aanzienlijke hogere heffingen gelden, indien de gemeenteraad de nieuwe tariefstelling zou invoeren.