Op de vlucht

19 March 2022, 10:31 uur
Lokaal , Columns
mainImage

Daar sta je dan midden in de nacht, op een station, met een hoodie over je hoofd. Twee zakken in een hand met de spullen die bij elkaar hebt kunnen graaien. Je kind in je andere hand. Moeten wegvluchten voor je eigen veiligheid en dat van je kind. Moe, vier dagen aan het reizen geweest met de trein. Al die tijd niet kunnen slapen, waakzaam. Je gedachten buitelen ook over elkaar heen, heel je leven staat op zijn kop. Wie had ooit gedacht dat je moest vluchten, alleen het allernoodzakelijkste mee kon nemen. Je kind waar je zorg voor hebt, waar je nu met name ook, alleen maar zorgen over hebt. Hij ziet bleek heel bleek, rood omrande ogen van vermoeidheid.

Daar sta je dan op een station, in ieder geval wel in een land waar het veilig is. Alleen heb je geen flauw idee waar je naar toe moet. Je kent er niemand, je weet ook geen adres om naar toe te kunnen gaan. Het enige wat je wilde was is in veiligheid komen, hoe het daarna moet daar heb je ook geen idee van. Je bent alleen met je kind, je hond heb je achter moeten laten. Gelukkig bij familie. Zo heel af en toe lukt het om contact met ze te hebben. Het is zwaar om je dierbaren achter te hebben moeten laten.

Daar sta je dan op een station, moe moe en nog eens moe. Je wordt aangesproken door twee agenten en spreek je Engels. Gelukkig lukt het je nog om uit te leggen dat je het even niet meer weet. Ze gaan voor je bellen om in ieder geval uit te zoeken waar er noodopvang voor je is. Je kind is bang, ook hij is moe en heeft geen goede ervaringen met mensen in uniformen. De agenten proberen er een beetje rekening mee te houden en gaan op afstand even staan rondbellen. Ondertussen komt er nog een man op je afgelopen, of je een vluchteling bent is de vraag. Je mag wel met hem mee. Het voelt niet goed en je kijkt naar de twee mannen in het uniform. Er wordt zachtjes nee geschud, degene die je aansprak ziet met wie je oogcontact had en maakt dat hij weg kwam. Waarschijnlijk terecht dat het gevoel niet goed was.

Je stond op het station, de agenten hebben contact gehad met de noodopvang. Je bent er welkom en ze wachten je op. Je wordt er naartoe gebracht, je kind valt al in slaap tegen je aan zodra je kon gaan zitten in de auto. Hartelijk word je op het adres verwelkomt, het voelt goed, of je nog trek in een bakje warme koffie hebt is de eerste vraag. Zachtjes antwoord je dat je het liefst alleen maar wil gaan slapen. Vier dagen op de vlucht zonder slaap, het eist zijn tol. Samen met je kind krijg je een bed en je valt meteen in slaap.

Hoe moet het nu verder, je weet het niet. Degene die je opgevangen hadden weet je niet hoe vaak je ze moet bedanken. Het voelt als een warm bad. Je gedachten blijven maar over elkaar heen buitelen, wat gaat de toekomst brengen? Voor nu is het eerst maar even aansterken en er te zijn voor je kind. Hopelijk kun je ook op de hoogte blijven van wat er gebeurd in je vaderland en hoe het gaat met je dierbaren die daar nog zijn. Wanneer kun je terug, je hebt geen idee.

Het is maar een van de verhalen die ik inmiddels heb gehoord. Je zult maar hebben moeten vluchten met niet meer dan twee zakken spullen die je mee hebt kunnen nemen.

Wat staan er ontzettend veel mensen klaar om hen die hulp behoeven te helpen! Ieder op zijn of haar manier. Wat krijg ik hier kippenvel van. Een heel klein beetje heb ik kunnen en mogen helpen bij het sorteren van ingezamelde spullen. Ik weet zeker dat een en ander goed terecht komt, sommigen hebben echt vrijwel niks mee kunnen nemen. Ik ben er echt van onder de indruk en een diepe buiging voor een ieder die zijn of haar steentje probeert bij te dragen, op welke manier dan ook!

Karin Kayadoe
Fractievoorzitter Leefbaar Ridderkerk