Ruim 22 jaar stond Pieter Jan Parel dag en nacht klaar voor de inwoners van Ridderkerk. “Als inwoner kon ik al die tijd bijdragen aan de veiligheid in ons dorp. Vanaf 1 juli doe ik een stap terug bij de brandweer, maar ik blijf me inzetten voor de gemeenschap als medewerker op begraafplaats Vredehof.”
Als medewerker op de afdeling Financiën kwam hij regelmatig in contact met een van de beroepskrachten van de gemeentelijke brandweer. Arie Heijman zat vaak aan het bureau bij Pieter Jan om administratieve zaken rond de brandweer af te handelen. Hij was het ook die hem overhaalde om te solliciteren. Zo geschiedde, en op 1 april 2003 was hij een van de vele ambtenaren die lid waren van het (toen nog) gemeentelijke korps. 'PJ', zoals hij op het gemeentehuis werd genoemd, startte met de opleiding tot brandwacht. Zijn carrière kwam in een stroomversnelling toen hij eind 2004 werd gevraagd Arie Heijman op te volgen als beroepskracht.
Naast de commandant, Huub van de Weide, had het korps drie beroepskrachten. Peter van der Meulen was verantwoordelijk voor het materieel, Erwin de Wit voor de opleidingen en PJ voor de administratie. “Vanaf dat moment was ik 24 uur per dag in dienst van de brandweer, op mijn werk én daarbuiten als vrijwilliger. Ik maakte de meeste opkomsturen van het hele korps. Zelfs tijdens de eerste kennismaking met de familie van mijn vrouw moest ik twee keer wegrennen omdat de pieper ging. Ze wisten toen meteen waar ze mee te maken hadden”, lacht Pieter Jan. “Mijn vrouw heb ik overigens ook via de brandweer ontmoet. Ik kwam haar tegen tijdens een oefening en was meteen verkocht. In 2007 zijn we getrouwd en hebben we één zoon gekregen.”
In 2008 ging de gemeentelijke brandweer op in de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Hoofdbrandwacht PJ verhuisde mee en werd administrateur van district Zuid. Hij bedong wel dat zijn standplaats Ridderkerk bleef. Zo kon hij overdag altijd met de brandweer mee. Een volgende reorganisatie in 2013 maakte PJ tot medewerker van het bedrijfsbureau van de VRR, nog steeds met Ridderkerk als standplaats. Hier bleef hij werkzaam tot 2024, waarna hij terugkeerde naar de gemeente Ridderkerk als medewerker begraafplaatsen. “Dit is totaal ander werk, maar heel mooi om te doen. Alleen was ik tussen 7 en 17 uur geen brandweerman meer.”
Als we met PJ terugkijken op zijn imposante loopbaan, komen er veel herinneringen boven. Zo schoot hij als chauffeur met een tankautospuit uit de bocht aan het einde van de Sportlaan. Door aquaplaning belandde het voertuig met volledige bemanning in de tuin van de voormalige burgemeesterswoning. Afgezien van de schrik — zes bleke brandwachten — bleef de schade beperkt tot lak- en groenschade.
Ook de treinramp in Barendrecht maakte diepe indruk. “De ochtend na het incident hebben we met een ploeg geholpen om de nog vastzittende machinist uit het wrak te halen. Ook een groot incident bovenop de Van Brienenoordbrug staat me nog bij. We hebben diverse slachtoffers bevrijd, die later in een ziekenhuisserie te zien waren op het moment dat ze daar aankwamen. Ook de coronaperiode was zwaar. Niemand wist hoe het écht zat, maar het brandweerwerk ging gewoon door. Zelfs de assistentie aan de GGD gebeurde in bijzondere pakken. In de wagen zaten we met een mondkapje op. Voor hulpverleners was dat erg confronterend en beangstigend.”
De 47-jarige PJ kan zich nu geheel wijden aan zijn werk op de begraafplaatsen. “Ook hier sta ik dienstbaar klaar voor de Ridderkerkers. Het werk is fysiek vaak best zwaar en vanzelfsprekend regelmatig niet vrij van emoties. Daarom wil ik een stukje rust inbouwen. De 22 jaar had ik niet willen missen, maar het is nu goed zo. Ook omdat er de laatste tijd enthousiaste korpsleden bijgekomen zijn. Kan ik ook eindelijk mijn baard laten staan”, zegt een lachende PJ terwijl hij op zijn laatste werkdag poseert voor de camera bij zijn kazerne.