Laatste ondergrondse afvalcontainers voor nieuwjaar in grond

7 September 2021, 14:00 uur
Lokaal
mainImage
Geert van Someren
Wethouder Marten Japenga: Het is niet mogelijk dat ouderen in de hoogbouw hun restafval inpandig blijven inleveren, omdat de hoeveelheid dan niet kan worden gemeten.

door Geert van Someren

Ongeacht of er nog juridische procedures lopen, realiseert de gemeente Ridderkerk voor 1 januari de plaatsing van de laatste ondergrondse containers voor restafval bij hoogbouw. De gemeente gaat niet tegemoet te komen aan de wens van bewoners van appartementen waar veel ouderen wonen, om hun afval inpandig te kunnen blijven inleveren in rolcontainers. Dat blijkt uit antwoorden die wethouder Marten Japenga heeft gegeven tijdens een commissievergadering op vragen van raadsleden.

Zulke afwijkingen op het nieuwe afvalbeleidsplan zijn niet mogelijk, aldus Japenga, omdat dan de onderbouwing van het variabele tarief per huishouden vervalt. Wie meer restafval heeft, betaalt na 1 januari meer, wie minder inlevert, betaalt minder. Het is wettelijk niet mogelijk, aldus de wethouder, om in een gemeente twee systemen te hanteren. Wel gaat de gemeente akkoord met het realiseren van een bovengrondse container bij de Vondellaan, omdat het ondergronds daar “helaas” niet mogelijk blijkt. “Waar mogelijk komen we aan de wensen van inwoners tegemoet”, zegt de wethouder.

Bij-plaatsingen
Uit het antwoord op vragen van raadsleden blijkt verder dat het bijplaatsen van afval naast ondergrondse containers in Ridderkerk meestal gaat om grofvuil. “Het gaat om 30 – 35 meldingen per week”, zo wordt gezegd. “Dat is voor een stedelijk gebied relatief laag”.

Japenga toont zich tevreden met de ingezette daling van het percentage restafval. Het raadslid Edward Piena (VVD) zet daar vraagtekens bij. “De doelstelling was ooit om in 2020 gemiddeld honderd kilo per huishouden te hebben. Dat is nu 177,5 kilo”. Japenga daarop: “We vorderen. Het scheidingspercentage is van 53% in 2019 naar 68% gegroeid. Honderd kilo is ook maar een tussenstap. Voor de periode van 2025 tot 2030 is de doelstelling om een daling tot 25 kilo restafval te realiseren”.