Door Geert van Someren

De jeugdcriminaliteit bevindt zich in Ridderkerk op bijna alle gebieden beneden het landelijk gemiddelde. Ook doet Ridderkerk het zeker niet slechter dan Rotterdam, een van de wensen van het college van B&W. Dit blijkt uit een tussenrapportage van het Verwey-Jonker Instituut, dat in opdracht van de gemeente een onderzoek uitvoert. Die tussenrapportage is donderdag besproken met de gemeenteraad.

Ook met zaken als bijvoorbeeld schoolverzuim, verwijzingen naar Halt en het aantal kinderen zonder werk of onderwijs zit Ridderkerk beneden het gemiddelde. Relatief hoog scoort de gemeente eigenlijk alleen wat betreft het aantal kinderen met jeugdreclassering. Dat zit op ongeveer hetzelfde niveau als Rotterdam.

Zorgen
Zorgen zijn er wel. Dat begint met puberaal gedrag, aldus het onderzoek. Het leidt tot een link met een online wereld waar ronselen en drugsgebruik aan de orde zijn. Wat ook zorgen baart is de onzichtbaarheid van jongeren. Er zijn geen vaste groepen meer, constateert het onderzoeksinstituut. Ook hoeven hulpverleners geen steun meer te verwachten van ouders. Benadrukt wordt dat het onderzoek nog niet compleet is. Ook eventuele aanbevelingen moeten nog worden toegevoegd.

12 tot 17 jaar
Los van het onderzoek heeft het Ridderkerks college van B&W zeer recent de aanpak bekend gemaakt van een groep jongeren die veelvuldig voor overlast heeft gezorgd. “De jongeren zijn in beeld bij de politie, justitie en de gemeente. De groep bestaat uit jongeren variërend in de leeftijd van 12 tot 17 jaar. In samenwerking met onze partners zijn we bezig met een groepsaanpak op deze geprioriteerde jeugdgroep”, aldus het college in een brief aan de gemeenteraad.

Individuele begeleiding
Een onderdeel van deze groepsaanpak is de individuele begeleiding van jongeren door de organisatie ‘Next St3p’. Deze organisatie begeleidt en traint een aantal jongeren uit de groep. “Het betreft jongeren die door hun overlastgevende gedrag in contact zijn (geweest) met politie en justitie. Het gaat om intensieve dagelijkse begeleiding, gericht op een gezond toekomstperspectief voor deze jongeren”, zo staat in de brief.