door Geert van Someren

Het Ridderkerks college van B&W vindt dat bij de inzet van de mobiele camera andere privacy normen gelden dan bij het ophangen van vaste camera’s. Zo is het niet nodig om borden te plaatsen die mensen waarschuwen als ze in het gebied komen waar de camera staat. “De aanwezigheid van de camera is opvallend en dusdanig zichtbaar dat geacht wordt dat men door heeft dat ze gefilmd worden”. Dat heeft college geantwoord op schriftelijke vragen van het raadslid Karin Kayadoe (Leefbaar Ridderkerk). Wel wordt iedere inzet van een mobiele camera door de politie mondeling of schriftelijk gemeld aan omwonenden.

In haar vragen merkt Kayadoe op dat volgens de autoriteit Persoonsgegevens een mobiele camera unit alleen ingezet mag worden, als minder vergaande maatregelen niet voldoende zijn gebleken om de openbare orde te handhaven. Ze vraagt of dat bij de keren dat de mobiele camera in Ridderkerk is ingezet het geval is. Met name benoemt zij de plaatsing een aantal weken geleden op het Dillenburgplein.

“De mobiele camera wordt ingezet op basis van de politiewet en wordt ingezet bij vormen van ernstige overlast en/of dreiging hiervan of bij een risicovol evenement”, stelt het college in het antwoord. Burgemeester Attema besluit dit in samenspraak met de politie. De inzet is volgens het college een uiterste middel.

Ook andere maatregelen
“Als de camera wordt geplaatst, worden daarnaast vaak nog andere maatregelen getroffen”, staat in het antwoord op de vragen. “Ook op het Dillenburgplein was dit het geval. Naast de inzet van de camera zijn hier andere maatregelen getroffen in overleg met de ondernemers. Deze maatregelen bestonden uit het in kaart brengen van de overlast gevende jongeren, extra inzet van politie, gemeentelijke toezichthouders en jongerenwerk. Ook is er gekeken naar fysieke maatregelen zoals het plaatsen van extra verlichting, borden met verboden toegang achter de winkels en het ophangen van mosquitos”.

“Omdat het niet mogelijk is om dag en nacht een agent, boa of jongerenwerker op het plein te zetten, is daarnaast ook de mobiele camera ingezet”. Uit het antwoord blijkt verder dat het niet in alle gevallen mogelijk is om eerst minder vergaande maatregelen te treffen. “Dit kan bijvoorbeeld zijn bij een reeks overvallen of (auto)inbraken in een bepaald gebied. In het kader van de privacy moet een zogenoemde DPIA (Data Protection Impact Assessment) aanwezig zijn. Deze DPIA wordt gemaakt door de verwerkingsverantwoordelijke en dat is de politie”, aldus het college.

Gemeenteraad
De gemeente Ridderkerk heeft de mobiele camera in eigendom. Die is enkele jaren geleden op initiatief van de gemeenteraad aangeschaft. Afgelopen november heeft de gemeenteraad in een motie uitgesproken dat de camera binnen de geldende regels vaker moet worden ingezet. Het college in de persoon van burgemeester Attema geeft daar gehoor aan.