door Geert van Someren

In Ridderkerk is het aantal inwoners dat financiële bijstand ontvangt stabiel. Het gaat om 850 uitkeringsdossiers. De instroom is even groot als de uitstroom. Dat is in lijn met de landelijke ontwikkeling. Het college van B&W schrijft dat in een informatiebrief aan de gemeenteraad.

Opmerkelijk is wel dat het aantal klanten in het uitkeringsbestand met een “zeer grote afstand” tot de arbeidsmarkt toeneemt. Die mensen zijn moeilijker weer aan het werk te krijgen. Tussen begin dit jaar en begin oktober is dat aantal met bijna 8 procent gestegen: van 390 naar 421.

Hoger minimumloon

De grootste verandering wat betreft de uitkeringen is de verhoging van het wettelijk minimumloon. De hoogte van uitkeringen is hieraan gekoppeld. Als gevolg daarvan ontvangen gemeenten een hogere uitkering van de rijksoverheid. Voor Ridderkerk is dat niet genoeg. De gemeente ontvangt circa 14,59 miljoen euro, maar keert ongeveer 15,76 miljoen euro uit. Voor het verschil van ruim 8 procent kan de gemeente een vangnetuitkering aanvragen. De eerste 7,5 procent valt onder het eigen risico. Het resultaat is dat bij toekenning door de rijksoverheid die uitkering ongeveer 38.510 euro zal bedragen.

Eigen risico

In de brief aan de gemeenteraad merkt het college op dat dit jaar een plan van aanpak is opgesteld om de uitstroom te bevorderen. “Onderdeel hiervan is de strakke monitoring op het bestedingsplan dat betrekking heeft op het re-integratie-instrumentarium. Dit heeft geleid tot extra trajecten voor de grote groep in het uitkeringsbestand die een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Met grote afstand wordt bedoeld dat de verwachting is dat iemand 6 tot 18 maanden nodig heeft om in te stromen in het arbeidsproces”.

Statushouders

“Gezien de ingezette trajecten in 2023 is de verwachting dat de uitstroom naar werk/opleiding in 2024 gaat stijgen. Aan de instroomkant is het huisvesten van statushouders een onzekere factor. Op dit moment is er een achterstand op de huisvestingstaakstelling statushouders. Het inlopen op de achterstand van de (forse) taakstelling heeft effect op de hoogte van het uitkeringsbestand”, schrijft het college.

Feitelijke aanvraag

Het college verwacht begin volgend jaar de definitieve uitgaven in beeld te hebben en vervolgens zal omstreeks juni de feitelijke aanvraag die het college wil indienen aan de gemeenteraad worden voorgelegd. “In die aanvraag zijn de maatregelen beschreven die wij hebben genomen om de overschrijding zo beperkt mogelijk te houden.”