door Geert van Someren
Honderden Ridderkerkse ondernemers hebben zich gemeld voor de landelijke coronaregeling Tozo, de tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandige ondernemers. Voor de eerste fase betrof dat 631 ondernemers. In de tweede fase ging het over 223 ondernemers en de derde fase telde 274 ondernemers. Voor een krediet meldden zich 51 ondernemers. De aantallen staan in de antwoorden die het Ridderkerks college van B&W heeft gegeven op zeer uitvoerige vragen van de PvdA-raadsleden Arianne Ripmeester en Jeroen Rijsdijk.
De Tozo is een landelijke regeling die lokaal moet worden uitgevoerd. Uit de antwoorden valt op te maken, dat het college vindt dat de lokale ambtenaren adequaat reageren op de meldingen en dat ze voldoende kennis hebben. Het college: “Als een ondernemer zich meldt met problematische schulden bij het team schuldhulpverlening vindt er een warme overdracht plaats aan de klantmanager zelfstandigen die onder andere het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 uitvoert. Deze klantmanager spreekt de ondernemer en onderzoekt de mogelijkheden”.
Levensvatbaarheid
“Het vervolg van de hulpverlening is afhankelijk van de situatie”, zo staat in het antwoord. “Een belangrijk gegeven is de levensvatbaarheid van het bedrijf. Soms is de conclusie dat het bedrijf beter beëindigd kan worden en wordt de hulpvrager 'warm’ doorgeleid naar een aanvraag Participatiewet, de loaz of zijn er andere mogelijkheden als beëindigend ondernemer”.
Toegankelijk en snel
Het college merkt verder op dat “de hulpverlening aan ondernemers zeer toegankelijk is en snel. Na aanmelding is er binnen twee werkdagen een gesprek met de klantmanager ‘zelfstandigen’. Zowel lokaal als landelijk is er veel gepubliceerd over de regelingen die er zijn ten gevolge van corona. Wij horen graag wat er verbeterd zou kunnen worden”, laat het college weten aan de twee PvdA-raadsleden.