door Geert van Someren

De Ridderkerkse gemeenteraad zal in april akkoord gaan met het voorstel van het college van B&W om het minimum van de financiële reserves ongewijzigd te bepalen op twintig miljoen euro. Die ondergrens is er al ruim tien jaar, nog voor de verkoop van de Eneco aandelen die meer dan 40 miljoen euro opbrachten.

Nieuw is wel dat die ondergrens niet meer hard is, zo blijkt donderdag tijdens de behandeling in de raadscommissie Samen Wonen. Het heeft volgens financieel wethouder Kees van der Duijn Schouten geen zin om reserves aan te houden die je niet kunt aanspreken als dat nodig is. Op dit moment is de financiële reserve van Ridderkerk net iets meer dan dertig miljoen euro.

Maatregelen

“Dat is beleidsinhoudelijk niet anders. Als we onder de grens zakken, dan nemen we maatregelen om zo snel mogelijk weer op dat bedrag te komen. U gaat als gemeenteraad over de reserves. We kunnen die niet inzetten zonder uw toestemming”, zegt de wethouder. Hij denkt niet dat de financiële ondergrens omhoog moet als gevolg van de inflatie, naar aanleiding van een vraag van het raadslid Björn Ros (GroenLinks). “De risico’s zijn niet evenredig gestegen. Ons weerstandsvermogen is riant. Je moet je voor de toekomst niet in een lastig pakket brengen”.

Begroting

Wethouder Van der Duijn Schouten denkt dat de tien miljoen verschil tussen de huidige reserve en het minimum de komende jaren nodig zijn, omdat vanaf 2026 de rijksoverheid minder geld beschikbaar stelt voor de gemeenten. “We willen een sluitende begroting in 2028 en 2029. In de jaren daaraan voorafgaand zijn de reserves nodig. Met die twintig miljoen euro houden we onze riante positie”.