College negeert adviezen over termijn schuldhulp

13 May 2021, 16:01 uur
Lokaal
mainImage
Geert van Someren
In het college van B&W is wethouder Laurens Franzen degene die verantwoordelijk is voor de schulphulpverlening aan inwoners van Ridderkerk.

door Geert van Someren

In een voorstel aan de gemeenteraad stelt het college van B&W voor om de beslistermijn over het al dan niet verlenen van schuldhulp aan een inwoner die daar om vraagt, te bepalen op het wettelijk maximum van acht weken. Dat is in afwijking van de adviezen die het college heeft gekregen van de lokale organisaties Burgerplatform Minima Ridderkerk (BMR) en Schuldhulpmaatje (SHM). Die willen een termijn van zes respectievelijk vier weken.

Het BMR schrijft in het advies dat een periode van acht weken in deze situatie veelal als erg lang zal worden ervaren. “Daarbij is de kans aanwezig dat burgers tussentijds afhaken en weer uit het zicht verdwijnen van de schuldhulp-verlening. Wat zeker niet betekent dat de zorgen dan verdwenen zullen zijn en deze voor velen vaak nog groter worden”.

Het burgerplatform merkt op dat in de huidige situatie de beslissing veelal ruim binnen het gestelde maximum van acht weken wordt genomen. “Het lijkt ons dan ook onnodig de maximale termijn van acht weken aan te houden binnen de gemeente. Op dit moment wordt een termijn tot zes weken bij het overgrote deel van de aanmeldingen gehaald.

SHM
SHM adviseert om naast de wettelijke maximale termijn een ambitietermijn in de verordening op te nemen van vier weken. “Uit meerdere (landelijke) onderzoeken blijkt dat met name in de periode tussen de aanmelding en de feitelijke start van de schuldhulp verlening veel onzekerheden en (extra) stress kan ontstaan”.

“Zowel de ambitietermijn als het direct (of eerder) afgeven van de beschikking dragen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, bij aan een kwalitatieve verbetering van het proces bij de start en vermindering van (onnodige) stress voor de betrokken burgers door dubbelslagen en wachttijden”, schrijft SHM in het advies.

Toename aanvragen
Uit het voorstel aan de gemeenteraad blijkt dat het college van B&W verwacht dat door de gewijzigde wetgeving per 1 januari van dit jaar niet alleen het aantal vroeg-signalen zal toenemen, maar ook het aantal inwoners dat een beroep doet op de schuldhulpverlening. “Daarnaast hebben wij nu de verplichting, indien de inwoner de gevraagde stukken niet kan leveren, deze te achterhalen. Dit kan inhouden dat wij de gegevens elders dienen op te vragen. De landelijke applicaties zijn daar nog niet op ingericht. De beslistermijn van acht weken draagt bij aan een zorgvuldige besluitvorming”, zo laat het college weten.

Eerste stap
Het BMR merkt in het advies ook op de vastlegging van de beslistermijn en de beperking van de doorlooptijd nog maar een eerste stap is. “De feitelijke doorlooptijd met onder andere het formaliseren van het budgetbeheer en fixatie van de schulden, is een (te) langdurig traject voor mensen met schulden, dat echt veel sneller zou moeten verlopen. De verbetering van het proces van de schuldhulpverlening zal komend jaar dan ook een belangrijk accent voor ons platform zijn”.

Gemeenteraad
Het voorstel van het college van B&W komt aan de orde in de commissievergadering van donderdagavond 19 juni. De besluitvorming vindt plaats in de vergadering van de gemeenteraad op donderdag 3 juni.