door Geert van Someren
Het college van B&W hecht niet aan het in bezit krijgen van het historisch belangrijke schoolgebouw in het museum aan de Rijksstraatweg in Rijsoord. Het ziet de koop door de gemeente echter als enige mogelijkheid om te garanderen dat het gebouw voor de toekomst bewaard blijft. Dat is de kern van wat verantwoordelijk wethouder Peter Meij woensdagavond heeft gezegd tijdens een commissievergadering van de Ridderkerkse gemeenteraad in antwoord op vragen van raadsleden. “Wij geven de voorkeur aan een aankoop door derden”.
De gemeente is alleen geïnteresseerd in waar het eerste recht van koop voor geldt: de aankoop van het schoolgebouw en de bijbehorende grond. Niet in woonhuis en de inventaris van het museum, dat sinds de oprichting op eigen benen staat en draait zonder enige subsidie. Uit antwoorden op vragen van raadsleden blijkt dat het college nog geen idee heeft wat de gemeente met het gebouw aan moet. Meij zegt dat de gemeente te druk is geweest met de voorbereiding van de koop. “We hebben alle tijd nodig gehad om te kijken hoe we het kunnen kopen”.
Taxatiewaarde
Evenmin weet het college wat de staat van het gebouw is en of er bouwkundige gebreken zouden zijn, waarvoor de gemeente na de koop aansprakelijk is. De aankoopprijs van 755.000 euro is de door een onafhankelijke taxateur berekende waarde. In het schoolgebouw heeft de capitulatie door Nederland voor de Duitsers in mei 1940 plaatsgevonden. Het museum beeldt dat zeer getrouw uit. In maart heeft het college het voornemen bekend gemaakt om de plek aan te wijzen als een gemeentelijk monument.
Recht van koop
Donderdagavond is een extra, speciaal aan de voorgenomen koop gewijde raadsvergadering. Indien de gemeenteraad dan akkoord gaat met het ter beschikking stellen van het krediet, laat het college de dag erop al aan museumeigenaar Ad Los weten dat het gebruik wil maken van het eerste recht van koop. Los geeft er de voorkeur alles in één keer te verkopen. Daar is ook een koper voor. Probleem voor het college is dat Los in de verkoopakte geen kettingbeding wil, dat de koper verplicht het recht van eerste koop door de gemeente voor te zetten.
Brief in 2019
Los heeft per brief op 12 maart 2019 gevraagd aan de gemeente om dat eerste recht van koop op te heffen, zodat hij vrij zou zijn in de keuze van een opvolger. Daar is toen niet op gereageerd. “Dat is de beste optie omdat ik dan kan selecteren wie de beste kaarten heeft voor de voortzetting, die mensen zijn er ook. Als de gemeente het kettingbeding wil, is de oplossing eenvoudig: koop het geheel van mij, en verkoop het dan als gemeente door aan een gegadigde”, zegt Los. Het ziet er niet naar uit dat de gemeenteraad daar vanavond toe zal besluiten. Meer waarschijnlijk is dat de zaak uiteindelijk bij de rechter belandt.