door Geert van Someren
De financiële begroting van Ridderkerk blijft de komende drie jaar sluitend. Daar verandert de komst van het nieuwe collegeprogramma niets aan. Financieel wethouder Kees van der Duijn Schouten (SGP) heeft dat gezegd tijdens de presentatie van de begroting voor 2023. Aan die gezonde verhouding tussen inkomsten en uitgaven komt naar verwachting in 2026 een einde, als het systeem voor de uitkering door het rijk uit het gemeentefonds verandert. Daar heeft elke gemeente in Nederland mee te maken. Hoe Ridderkerk daar aan het einde van deze collegeperiode mee omgaat, wil Van der Duijn Schouten tegen die tijd bekijken.
Gelijke lasten
De ‘torenhoge inflatie’ werkt volgend jaar in ieder geval nog niet door in de belastingen voor Ridderkerkers. Het college van B&W hanteert in de begroting de eerder geraamde kostenstijging van 2,2%. Dat geldt ook voor de OZB. “Daarmee blijven we ver onder de trend’, aldus Van der Duijn Schouten. “De intentie is om de gemeentelijke woonlasten laag te houden”. Een uitzondering zijn de rioolrechten, die met 10% stijgen. Dat wordt veroorzaakt door een stijging van de kosten van de gemalen met enkele tonnen.
Vergelijking
In vergelijking met de omringende gemeenten Barendrecht, Albrandswaard, Hendrik Ido Ambacht en Zwijndrecht zijn dit jaar meerpersoonshuishoudens in Ridderkerk verreweg het goedkoopst uit. Het duurst qua gemeentelijke tarieven is Albrandswaard. Een eenpersoonshuishouden is in Barendrecht het minste geld kwijt aan de gemeente. Voor deze groep inwoners is Zwijndrecht het duurst.
Nieuw programma
Het nieuwe collegeprogramma wordt op 4 oktober door B&W bekend gemaakt. Daardoor kan het door de gemeenteraad begin november tegelijkertijd worden behandeld met de begroting voor 2023. Ook vinden dan de algemene beschouwingen plaats.
Zie ook https://ridderkerksdagblad.nl/Lokaal/programma-nieuwe-college-bekend-vr-behandeling-begroting