Het aantal kinderen dat in Ridderkerk opgroeit in een huishouden met een minimum inkomen is de afgelopen jaren gestegen. De afgelopen drie jaar is dat aantal gestegen van 897 in 2017 naar 1.001 in 2019. Dat betekent dat nu 12% van alle kinderen in Ridderkerk die jonger zijn dan 18 jaar, opgroeit in een huishouden waar weinig geld is en elk dubbeltje moet worden omgedraaid. De stijging komt met name doordat meer kinderen van eenoudergezinnen in beeld zijn. Van de duizend minima kinderen groeit iets meer dan de helft op in een gezin met alleen de moeder of alleen de vader. Dat blijkt uit de Armoedemonitor 2019 en de Inkomenseffectrapportage 2020 (opgesteld door het onderzoeksbureau Kwiz) die het Ridderkerks college van B&W naar de gemeenteraad heeft gestuurd.

Het aantal huishoudens in Ridderkerk met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum is vrijwel stabiel. Dat betreft eind vorig jaar 1.469 huishoudens. Dat is 7% van de in totaal circa 20.700 huishoudens in Ridderkerk. Mensen die langdurig van een minimum inkomen moeten rondkomen, hebben het zo blijkt in de praktijk zwaarder dan mensen die dat kortstondig treft. Het gaat echter om een grote groep: 942 huishoudens. Het vinden en daarna kunnen helpen van werkende armen, is in de praktijk lastig voor de gemeente. Afgelopen jaar waren 59 zelfstandigen in beeld. Door de coronacrisis zijn dat er nu bijna 700, zo staat in de rapportage van het college. “De stijging is zorgelijk, maar geeft tegelijk ook kansen om meer minima te bereiken en te informeren over de bestaande regelingen”.

Bereik minima
Het blijkt in de praktijk lastig minima te bereiken voor deelname aan regelingen. Dat betreft zaken als de bijzondere bijstand (bereik 30%), kwijtschelding (74%), individuele inkomenstoeslag (58%) en de collectieve zorgverzekering (35%). Het bereik van zogenoemde meedoen-regelingen via de ridderkerkpas is hoger. Dat loopt voor het kindpakket op tot 90%. Voor volwassenen is het 87%. Het is volgens het college van B&W te danken aan de automatische toekenning voor uitkeringsgerechtigden in de gemeente Ridderkerk. Aandachtspunt voor het bereik van de minima is voor het college de collectieve zorgverzekering. “Ondanks het mooie aanbod is de verzekering soms toch te duur voor minima. Er wordt dan gekozen voor een goedkoper alternatief waarbij veel kosten niet worden vergoed. Vanaf 2020 is de bijdrage van de gemeente bij deelname aan dit aanbod verhoogd, wellicht geeft dit een positiever beeld in de volgende armoedemonitor”.

Werken loont
De gemeente Ridderkerk is geïnteresseerd in de effecten van het lokale en landelijke beleid op de inkomens van minimahuishoudens. “Dit vanuit de visie dat werken moet lonen”, schrijft het college. “We hebben in beeld gebracht wat de effecten zijn van het landelijke en lokale beleid op de inkomens van de minima in Ridderkerk en in welke situatie(s) er een armoedeval optreedt. Onze conclusie is: werken loont”.

Wanneer huishoudens in Ridderkerk vanuit de bijstand gaan werken tegen een loon gelijk aan 110, 120, 130 of 140% van het wettelijk sociaal minimum, gaan zij er in totaal inkomen altijd op vooruit ten opzichte van de bijstandssituatie. Alleenstaanden en alleenstaande ouders gaan er bij iedere vooruitgang in loon (tot 140%) ook in totaal inkomen op vooruit. Ook paren gaan erop vooruit, maar paren met kinderen minder, zo staat in de rapportage. Dat laatste is opvallend, gezien het stijgend aantal kinderen dat opgroeit in armoede.