Studenten mogen vanaf woensdag elke dag op het terras zitten of naar de dierentuin gaan, maar fysiek onderwijs blijft voor hen nog steeds maar mondjesmaat mogelijk. In het hoger onderwijs komen geen nieuwe versoepelingen. Veel nut zou dat zo kort voor de zomer ook niet meer hebben gehad, concluderen zowel studentenorganisaties als de onderwijsinstellingen.

"Aan het einde van het collegejaar staan vooral tentamens en herkansingen op de planning", zegt voorzitter Dahran Çoban van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO). "Het heeft nu eigenlijk geen zin meer." Voorzitter Lyle Muns van de Landelijke Studentenvakbond denkt er ook zo over. Hij voegt eraan toe dat ruimte die er nu is "niet altijd volledig wordt benut". Veel studenten gaan sinds eind april weer een dag in de week naar hun opleiding toe, maar dat geldt lang niet voor iedereen, zegt Muns. Daar zou de LSVb graag verbetering in zien.

Instellingen willen hun capaciteit maximaal benutten, reageert een woordvoerder van universiteitenkoepel VSNU. Fysiek onderwijs valt volgens hem echter niet te garanderen voor iedere student van iedere opleiding. "Universiteiten zijn gebonden aan de 1,5 meter afstand en moeten prioriteiten stellen. Denk bijvoorbeeld aan practica: je kunt een chemiestudent moeilijk op zijn kamer experimenten laten uitvoeren. Daarin moeten dus afwegingen worden gemaakt." De VSNU vindt ook dat meer versoepelingen zo aan het einde van het collegejaar slechts een "beperkt effect" zouden hebben. "Dat neemt niet weg dat wij maximaal inzetten op zoveel mogelijk fysiek onderwijs."

Voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen is het daarmee eens. Extra versoepelingen zouden nu "praktisch lastig uitvoerbaar" zijn, maar hij hoopt dat in het nieuwe studiejaar de afstandsregels worden losgelaten.

Alle organisaties in het hoger onderwijs willen dat de instellingen in september weer volledig opengaan. De tekenen daarvoor lijken gunstig, aangezien de coronavaccinaties steeds sneller gaan. Toch bestaat over volledige heropening nog geen zekerheid, zegt ISO-voorzitter Çoban.

Het afschaffen van de 1,5 meter afstand is ook het uitgangspunt van minister Ingrid van Engelshoven, zo liet zij onlangs weten aan onderwijsinstellingen. "De haalbaarheid van de scenario’s blijft afhankelijk van het epidemiologische beeld en de maatregelen die daaruit voortvloeien", voegde ze er waarschuwend aan toe. Van Engelshoven denkt dat aan het begin van het collegejaar nog regels kunnen gelden die de maximale groepsgrootte beperken. Het kabinet wil uiterlijk in juli een advies hierover van het Outbreak Management Team (OMT).

"Als in september toch keuzes gemaakt moeten worden in wat wel en niet kan, mag het hoger onderwijs niet weer achteraan staan", vindt Çoban. "Het moet niet zo zijn dat ik straks wel naar Lowlands kan, maar nog steeds niet dagelijks naar de universiteit."