Minister Femke Wiersma (Landbouw) steekt het meeste geld voor stikstofbeleid in innovatie en het ontwikkelen van methoden om boeren individueel op hun uitstoot af te rekenen. Dat staat in de uitgelekte stukken die met Prinsjesdag gepresenteerd moeten worden, bevestigen ingewijden na berichtgeving van verschillende media. Het document van Wiersma is een uitwerking van het eerder gepresenteerde 'startpakket' van afgelopen april en bevat dus geen nieuwe plannen.
Wiersma zet volop in op doelsturing. Dat houdt in dat boeren een stikstofnorm krijgen en zelf mogen bepalen hoe ze daaraan kunnen voldoen. Hoe dat er in de praktijk uit komt te zien, moet nog uitgezocht worden. Voor die ontwikkeling trekt Wiersma 850 miljoen euro uit. Om ervoor te zorgen dat het beleid ook aantoonbaar tot minder stikstof leidt, moeten bijvoorbeeld metingen worden gedaan. Hoe hoog de individuele normen worden, heeft Wiersma nog niet bepaald. De landbouw heeft als geheel de opdracht om 42 tot 46 procent minder stikstof uit te stoten in 2025 ten opzichte van 2019.
Verder zet de BBB-minister in op vrijwillige uitkoop (425 miljoen euro) en innovatie (450 miljoen euro). In totaal is er 2,6 miljard beschikbaar. De rest van het geld gaat naar natuurherstel, ondersteunend beleid en gebiedsgericht beleid. Een eerdere berekening van kenniscentra leert dat 21 miljard euro nodig is om de wettelijke stikstofdoelen te halen.
De stikstofplannen van Wiersma zijn politiek beladen. Het pakket van eerder dit jaar viel veel partijen tegen. Wiersma kreeg de opdracht van coalitiepartners om de boel verder uit te werken. Alleen met aantoonbaar minder stikstof kunnen er namelijk weer vergunningen worden verleend aan boeren en bedrijven, weten de meeste politici en juristen.
Door: ANP