Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam ziet in de huidige politieke situatie "de dreigende teloorgang van een heel beschaafd democratisch bestel". Ze zei dat zondagavond in het tv-programma Zomergasten.

"Nederland is van oudsher een land van minderheden. Juist dat er geen absolute meerderheid is, geeft kracht aan een land, dat je gedwongen bent om compromissen te sluiten", aldus Halsema. "En nu is het alsof de volkswil moet regeren, in combinatie met het diskwalificeren van mensen op hun geloof en afkomst."

Volgens haar is deze ontwikkeling begonnen na de aanslagen van 11 september 2001 in Amerika. Ook in Nederland werden mensen met een moslimachtergrond daarop aangekeken. Maar "een democratische samenleving beschermt zijn minderheden. Vrijheden worden het eerst van de minderheden afgenomen."

Het politieke midden heeft in die tijd te weinig "moreel leiderschap" getoond, vindt Halsema, en ze rekent dat ook zichzelf aan: "Misschien had ik dat meer moeten doen, actiever, luider." Ze was destijds Tweede Kamerlid voor GroenLinks.

Halsema vindt dat je "als politicus en bestuurder altijd moet laten zien dat mensen op hun individuele merites worden beoordeeld, op wat ze vinden en wat ze denken, en niet tot welke groep ze behoren."

PVV-leider Wilders kreeg in dat verband nog een veeg uit de pan van Halsema, verwijzend naar diens term 'kopvoddentaks': "Als je zegt voor vrouwen op te komen, moet je ze niet vernederen. Heel vaak wordt politiek bedreven over de hoofden van vrouwen heen."