Vaders nemen minder zorgtaken op zich dan aan het begin van de lockdown. De taakverdeling is inmiddels weer even ongelijk als voor de coronacrisis. Dat is de uitkomst van langlopend onderzoek van drie universiteiten, meldt de Volkskrant.
Even leek het erop dat de coronacrisis een kleine revolutie zou ontketenen aan de Nederlandse keukentafels. Door de oververtegenwoordiging van vrouwen in zogeheten 'cruciale beroepen', zoals die in de zorg, ging een derde van de vaders meer zorgtaken op zich nemen. Daarmee nam het aantal huishoudens waarin de zorg eerlijk werd verdeeld toe van 33 procent voor de eerste lockdown naar bijna 40 procent in juni en september.
Maar het is van korte duur geweest. Volgens de nieuwste resultaten van een langlopend vragenlijstonderzoek die de Universiteit van Utrecht, de Universiteit van Amsterdam en de Radboud Universiteit dinsdag naar buiten brengen, is de taakverdeling inmiddels weer even ongelijk als voor de coronacrisis.
Hoewel 18 procent van de vaders in november nog altijd aangaf meer te zorgen dan voor de coronacrisis, is dat fors minder dan in eerdere metingen. Bovendien is het minder dan de moeders, van wie 20 procent meer zorgtaken op zich nam.
Door: ANP