Pim had zo’n gelijk

26 June 2020, 08:30 uur
Columns
mainImage

Ali B. schijnt volgens WNL bij een optreden, waar veel donkere mensen in de zaal zaten, gezegd te hebben: ”Leuk, als ik dit geweten had, had ik mijn schoentje gezet.” Iedereen moest erom lachen. Klaarblijkelijk gelden voor Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond andere regels dan voor iemand uit Grollo.

Al weer negentien jaar geleden ontstond er veel beroering door een opmerking van Pim Fortuyn in de Volkskrant. Hij stelde dat artikel 1 (verbod op discriminatie) van de grondwet overbodig was en zelfs een belemmering zou kunnen worden van andere grondwetartikelen, zoals de vrijheid van meningsuiting.

Geboren schijnheil en oud DDR-adept Jan Nagel zag zijn kans schoon en stuurde samen met wat dociele medebestuurders een door het partijcongres met overweldigende meerderheid gekozen lijsttrekker de laan uit.

Wij van Leefbaar Rotterdam deden niet mee met de hypocriete klucht en bleven achter Pim staan: hij had namelijk gelijk vonden wij. Een paar dagen later werd die stelling verdedigd door enkele juridisch geschoolde hoogleraren. Het deed er niet meer toe Nagel kon in zijn spiegel kijken en vragen: “Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is nu weer nummer één in Leefbaarland?”

Artikel 1 is destijds door initiatief van communist Wolf in de grondwet opgenomen. Hij had er persoonlijk belang bij, want er staat ook in dat niet gediscrimineerd mag worden op politieke voorkeur. Iets waarvan de communisten in die tijd vaak het slachtoffer werden. Merkwaardig is dat nu juist die reden om te discrimineren straffeloos volop in de praktijk wordt gebracht: Ben je vertegenwoordiger van de PVV geweest, dan kan je het verder wel vergeten op de arbeidsmarkt.

De kern van de zaak is, dat het niet om de inhoud van Pim’s betoog ging, maar dat Barbertje moest hangen omdat het heilige woord “discriminatie” in het geding kwam. Een artikel willen schrappen waarin tegen discriminatie wordt geageerd? Onvoorstelbaar. De anti discriminatiegestapo van het Rotterdamse Radar (dat bestaat echt) reageerde direct: maar liefst drie aangiften tegen Pim. Aangiften die alle drie in de prullenbak verdwenen, want je mening geven mag gewoon.

We zitten nu in de situatie, dat iedereen op zijn woorden moet letten en op eieren moet lopen als hij of zij een al of niet gepeperde mening wil geven over een groep in de samenleving. Niet alleen representanten van zo’n groep zijn snel beledigd, nee om hen heen heeft zich een heel peloton van deugers en goedmensen verzameld. De Arie Boomsma's. Ze leveren graag de vrijheid van meningsuiting in om maar vooral niet te discrimineren, wat dat vandaag de dag ook zijn mag. Sterker nog, ze gaan ook voor anderen bepalen wat wel of niet gezegd mag worden.

Het ergerlijke is dat heel zichtbaar met twee maten gemeten wordt. Wilders komt voor de rechter omdat hij in ons land minder Marokkanen wil, maar een oud hoofdcommissaris kan hem doodwensen en zeggen dat alle PVV aanhangers gedeporteerd mogen worden. Geen rechterlijke haan die er naar kraait. Tegen Pim werden aanklachten ingediend, maar de talloze mensen die hem dood wensten (krijg aids in je darkroom) werden in eigen kring op de schouders geklopt.

Een donkere rapper kan straffeloos zeggen dat hij zwartepieten in het gezicht wil schoppen (die zijn soms pas zes jaar) maar in die meneer een zwarte Piet zien is voldoende voor broodroof.

Door dit meten met twee maten en de angst om maar vooral niet te discrimineren is het land dat artikel 1 in haar grondwet heeft, het land waar iedereen recht heeft op sociale zekerheid, het land waar iedereen recht heeft op scholing en ziektezorg, het land waar niemand bang hoeft te zijn voor leger of politie, het land waar iedereen voor de rechter gelijk is, het land waar iedereen zich mag ontplooien zoals hij/zij wil, het land waar iedereen verzorgd wordt van de wieg tot het graf, het land dat eeuwenlang een belangrijke bijdrage leverde aan de menselijke beschaving!

Dat land is ineens een land met institutioneel racisme. 

Ik doe het nooit, het is onbeschaafd, maar gun me één keer een uitzondering. Ik steek nu mijn middelvinger op.