We dachten het in Nederland allemaal goed voor elkaar te hebben. De economie liep als een trein die niet te stoppen was en zou volgend jaar nog beter worden. We hadden zelfs een ‘maakbare samenleving.’ Wat waren we toch geweldig, petje af voor onszelf !
Tot een paar vleermuizen ergens in China roet in ons overvloedige eten gooiden en Corona niet alleen Mexicaans bier bleek te zijn maar ook iets waar je erg voor op moest passen.
Opeens zag ons wereldje van overvloed en ‘we kunnen alles aan’ er heel anders uit en bleek wat voor een zeepbel onze economie eigenlijk is.
Veel mensen waren gewend om minstens één keer per week uit eten te gaan, of gingen elke week naar de kapper en bij velen stonden er elke week verse bloemen op tafel en was het gebak niet aan te slepen. Ook waren hele volksstammen gewend om drie keer per jaar, vaak per vliegtuig, met vakantie te gaan, het kon allemaal, waar zou je het dan voor laten?
Allemaal heel plezierig, ik zal er niks van zeggen, maar toen dat allemaal voor een groot deel wegviel kwamen veel bedrijven in de problemen en vertoonde onze gedachte welvaart opeens overal scheuren. Concerten, sportwedstrijden en andere evenementen werden van de ene op de andere dag verboden en vele ondernemers zagen hun inkomen verdampen.
Loop nu op een willekeurige dag maar eens door een winkelstraat en de leegte gaapt je aan. Ook zal je het woord ‘hamsteren’ waarschijnlijk nooit meer bij ’s lands grootste supermarkt tegenkomen omdat dat ineens een heel andere betekenis kreeg.
Het aantal, vooral oudere, slachtoffers loopt gestaag op met alle verdriet dat daaraan verbonden is ondanks de beweringen van de experts dat alles onder controle gebeurt.
Gelukkig heb ik in mijn familie- of vriendenkring nog niemand die het virus heeft opgelopen maar hoe lang zal dat nog duren? Bovendien behoor ik zelf ook tot de risicogroep van ouderen, ik ben 78 jaar en heb dus enige reden om me bezorgd te maken.
Toch vind ik dat het allemaal een beetje op de spits gedreven wordt. Ga maar na, op deze dag komen er wereldwijd ruim 3300 mensen om in het verkeer en in de winter 2018/2019 stierven alleen al in Nederland ca. 4500 mensen aan de ‘gewone’ griep.
Zoveel? Nooit van gehoord. Maar toch is het zo en hoe erg dat ook was, daar stond nauwelijks iets van in de kranten.
Tot zover het negatieve. Maar valt er dan, ondanks alles, nog iets positiefs aan de huidige crisis te ontdekken?
Ik denk het wel, kijk maar om je heen: mensen gaan opeens weer naar elkaar omzien. Ouderen worden geholpen met boodschappen, ouders gaan kinderen lesgeven en ik hoor zelfs van mensen die opeens hun huis gaan schoonmaken, die al jaren uitgestelde klussen doen of zelfs behangen ook al hebben ze dat nog nooit gedaan. En medisch personeel, schoonmakers enz. krijgen nu wèl de waardering die zij verdienen.
Een gezegde luidt: ‘Nood maakt vindingrijk’ en opeens zie ik overal initiatieven om, vooral via de media, leuke dingen te doen om het gedwongen thuiszitten minder onaangenaam te maken.
Misschien is dit het juiste moment om ons te bezinnen waar we op deze wereld mee bezig zijn. Nu het overal stiller is horen we opeens weer vogels zingen op plekken waar voor de corona-crisis het verkeer voorbij denderde en in steden waar vroeger de milieuvervuiling om te stikken was is opeens veel meer schone lucht.
Ook gaat als dit allemaal weer voorbij is misschien onze bijna volmaakte gezondheidsdienst op de schop omdat nu blijkt dat die toch niet zo goed geregeld was als wij allemaal dachten. Het is alleen jammer dat er een wereldwijde crisis met veel slachtoffers voor nodig was om tot dit alles te komen.
Het leven zal hierna nooit meer worden als vroeger en in sommige opzichten is dat maar goed ook.