Enkele decennia geleden vlogen ze als paddenstoelen uit de grond, op elke hoek van de straat was er wel één te vinden, een bankkantoor. De banken die graag hun diensten aanboden aan het publiek, zeker vanaf het moment dat het bedrijfsleven besloot om de week- en maandsalarissen niet meer contant uit te betalen maar per bank.
Iedereen werd gedwongen om een bankrekening te openen en in een later stadium kregen ook AOW’ers te horen dat ook zij alleen nog via een bankrekening de uitkering gingen ontvangen. De tijd van de wissel of cheque, waarmee dit eerder gebeurde, was voorbij.
Tegelijkertijd begon binnen de banken de automatisering die steeds verder ging, waarin de opkomst van de personal computer mede bepalend werd. Deze ontwikkelingen heb ik op de voet kunnen volgen in de 42 jaar dat ik bij een bank werkzaam was. Ik heb de persoonlijke benadering richting cliënten zien veranderen naar de benadering via mailverkeer. Het spontaan bij een bank binnen lopen om iets te regelen werd steeds moeilijker, omdat de banken specialisme steeds meer gingen centraliseren.
Met de komst van de geldautomaten werden cliënten, die een kastransactie wilden doen, gedwongen om een bankpas met pincode te nemen, zodat zij zelf buiten hun geld, op elk gewenst tijdstip, konden opnemen. Daarna werd het internetbankieren langzaam maar zeker aan de cliënten opgedrongen, want het was handig om thuis achter de computer je bankzaken te doen.
Het gevolg was dat steeds meer kleine lokale bankkantoren hun deuren sloten. Niet omdat het echt nodig was, maar de aandeelhouders begonnen steen en been te klagen dat de personeelskosten te hoog waren en dat die op de winst drukten, lees: de dividenduitkering.
In de 42 jaar heb ik wat reorganisaties meegemaakt en het was altijd weer spannend of je baantje bleef bestaan. Waar je in het verleden gratis advies kon krijgen bij je bank, over verzekeringen, hypotheken, beleggingen en andere zaken, ging ook dit langzaam maar zeker overboord. Omdat de specialisatie was gecentraliseerd, en de aandeelhouder nog steeds niet tevreden was, werd de gratis service betaalde service. Net als voor bankpassen, bankafschriften en internetbankieren, waar ook maandelijkse kosten voor betaald moeten worden. De banken hadden een machtspositie veroverd en kunnen bijna doen en laten wat zij willen.
Natuurlijk zijn er regels door de Nederlandse Bank en de regering uitgevaardigd waar zij zich aan moeten houden. Maar het woord service is bij de banken bijna een verboden woord geworden. Wanneer je anno 2020 op zoek gaat naar een bankkantoor, zijn die op de vingers van één hand te tellen.
In Ridderkerk zijn inmiddels de ABN AMRO en ING al verdwenen, terwijl het pand van de Rabobank aan het Sint Jorisplein 2 op 2 september aanstaande geveild gaat worden. Inmiddels heb ik begrepen dat de Rabobank op zoek is naar een ander pand in het centrum, wat kleiner is.
Nu is niet elk pand geschikt om als bankkantoor te functioneren, maar wellicht is het pand van de ING een optie voor de Rabobank, temeer omdat daar al noodzakelijke voorzieningen zoals een kluis en nachtkluis voor zakelijke klanten aanwezig zijn.
Ondanks dat banken bepaalde verplichtingen hebben aan de maatschappij, zullen alle bankkantoren uit het straatbeeld gaan verdwijnen. Dit zal in een redelijk tempo gaan, tussen nu en 2030 verdwijnen alle bijkantoren in Nederland en zijn er hooguit nog honderd centrale bankkantoren, waarvandaan de klanten bediend zullen worden. Persoonlijk contact met een medewerker zal alleen nog gaan via videobellen.
Een en ander is ook het gevolg dat het bezoeken aan een bank sterk is afgenomen, volgens statistieken brengen de meeste mensen hooguit één keer per twee jaar een bezoek aan een bankkantoor. Wanneer ik naar mijzelf kijk is het al zes jaar geleden dat ik voor een advies of transactie een bankkantoor heb bezocht.
De oudere generatie die is opgegroeid met bankkantoren is een uitstervend ras, terwijl de millenniums en toekomstige jeugd niet beter weet dan dat bankieren bestaat uit internet en videobellen. De ontwikkelingen schrijden zich nu eenmaal voort, hoe vervelend ook.
Het verdwijnen van bankkantoren staat niet op zichzelf, ook veel winkels zullen uiteindelijk gaan verdwijnen. Afgelopen week las ik op social media dat B&W van Ridderkerk te weinig doen om de winkels te behouden. Voorbij werd gegaan aan het feit dat vastgoedbeheerders de huurprijzen steeds vaker opdrijven. Mede hierdoor kunnen de kleinere winkeliers het hoofd met moeite boven water houden en worden zij uiteindelijk genoodzaakt om te sluiten of gaan failliet.
Ook aan het veranderde koopgedrag ging men voorbij. Veel consumenten winkelen liever via internet, dan dat zij de lokale ondernemer steunen.
Hoe zou het anders toch komen dat pakketbezorgers het zo druk hebben?