Wim Stroetinga en Yoeri Havik hebben de 38e editie van de zesdaagse van Rotterdam gewonnen. Ze namen op de laatste avond de leiding en stonden die niet meer af.

Stroetinga had de Rotterdamse zesdaagse al eens gewonnen in 2012, toen aan de zijde van Peter Schep. Samen met Havik zegevierde hij voor het eerst in Ahoy, na een tweede plaats in 2018 en een derde plaats vorig jaar. De regerend Nederlandse kampioenen op de koppelkoers wonnen in 2018 al samen in de zesdaagsen van Berlijn en Londen en in 2019 in Manchester. Stroetinga en Havik eindigden met 384 punten. De Nederlander Jan-Willem van Schip werd tweede, samen met zijn Belgische ploeggenoot Moreno De Pauw (op 1 ronde, 224 punten).

De slotdagen van de titelstrijd in Rotterdam kenden een rommelig verloop. De Belgen Jasper De Buyst en Tosh Van der Sande konden maandag de koppositie niet meer verdedigen omdat De Buyst ziek werd. De Duitsers Roger Kluge en Theo Reinhardt, de koplopers na maandagavond, gingen dinsdag niet meer samen voor de titel omdat Reinhardt geveld werd door griep.

De organisatie stond toe dat Van der Sande en Kluge dinsdag een team vormden. Zij eindigden als vijfde, achter het Belgische koppel De Ketele/Ghys en Niki Terpstra en Iljo Keisse, samen eerder drie keer winnaar in Rotterdam. De Sprint Cup, een bijnummer voor de sprinters, werd gewonnen door Jeffrey Hoogland en Roy van den Berg. Harrie Lavreysen stelde zijn eigen baanrecord in Ahoy op de 200 meter scherper: 9,852 seconden.

De zesdaagse, die op de kalender naar het najaar verhuist en op 24 november alweer wordt gehouden, trok zo'n 35.000 toeschouwers.