Ridderkerk krijgt 45,8 miljoen euro voor Eneco

18 January 2020, 13:35 uur
Algemeen
mainImage
Geert van Someren
In het college van B&W is wethouder Marco Oosterwijk verantwoordelijk voor de financiën en daarmee voor alles wat samenhangt met de verkoop van het Ridderkerks aandeel in Eneco.

door Geert van Someren

Uit stukken die het college van B&W van Ridderkerk heeft gepubliceerd, blijkt dat de gemeente verwacht dit jaar netto 45,86 miljoen euro te ontvangen door de verkoop van de aandelen van het energiebedrijf Eneco. Dat is beduidend meer dan oorspronkelijk werd gedacht, omdat de Japanse kopers Mitsubishi en Chubu meer betalen dan waar rekening mee was gehouden. Ook ontvangt Ridderkerk dit jaar nog één keer het dividend van ruim 700.000 euro over de 56.246 aandelen die de gemeente in bezit heeft.

Het wegvallen van het fraaie jaarlijkse dividend na de verkoop is voor Ridderkerk een belangrijke reden geweest om in eerste instantie niet mee te willen werken aan de verkoop. De financiële positie van de gemeente is ronduit gezond, ook zonder de miljoenen verkoop. Dat geldt niet voor veel andere gemeenten, zoals Barendrecht. Aangezien Ridderkerk ‘maar’ 1,13% van de aandelen in bezit heeft en een zeer groot aantal gemeenten hun aandeel wilde verkopen, heeft het college van B&W vorig jaar besloten mee te gaan met de verkoop.

Het college vraagt aan de leden van de gemeenteraad nu om “wensen en bedenkingen” kenbaar te maken tijdens de raadsvergadering van donderdag 13 februari voor een definitief besluit valt over de verkoop. Belangrijk is daarbij onder andere dat de kopers de duurzaamheidsstrategie van Eneco onderschrijven. Ook blijven de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers van Eneco ongewijzigd en vinden geen gedwongen ontslagen plaats als gevolg van de verkoop. Het hoofdkantoor van Eneco blijft gevestigd in Rotterdam.

Het college van B&W merkt in het raadsstuk op dat tijdens de raasvergadering in februari alleen het wel of niet verkopen van de aandelen aan de orde is. Voor de besteding van de verkoopopbrengst en het structurele verlies van inkomsten uit het dividend, doorlopen wij een separaat traject richting de Kadernota 2021, zo stelt het college.