door Jan D. Swart

Burgemeester Aboutaleb heeft de Rotterdamse fractie van D66 nog een keer moeten uitleggen waarom hij gebruik heeft gemaakt van de door de minister aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s gegeven ruimte om winkelende mensen in afgebakende gebieden verplicht een mondkapje te laten dragen.

De plaatselijke liberalen hadden om die uitleg verzocht in een brief met dertien zuchtvragen, die tot de basis herleid neerkwamen op hun standpunt dat het vrijwillig dragen van een mondkapje in het centrum van de stad wellicht een beter plan zou zijn geweest.

Ze zeggen begrip te hebben voor de pilot in het ‘rode gebied’ van de stad, ze willen ook de besmettingen van het coronavirus indammen, en Aboutaleb niet tegen zijn haren instrijken, maar tegelijkertijd spoken er allemaal vragen door hun hoofd over ‘’de juridische houdbaarheid, de handhaafbaarheid en de afbakening van de pilot.’’

Geen enkele politieke partij die de burgemeester in deze tijd daarmee lastig valt, D66 wel. Er werd hem zelfs gevraagd of het dragen van het niet medische mondkapje in het afgebakende gebied ook gold voor de fietser.

‘’We realiseren ons dat we juridisch lastig vaarwater zitten tot er op landelijk niveau wetgeving wordt gerealiseerd. Deze tijdelijke en dus eindige situatie is onwenselijk, maar voor nu een gegeven’’, aldus de Rotterdamse liberalen, die transparantie over deze situatie daarom noodzakelijk vinden.

D66 wordt niet graag beknot in vrijheden en is ook geen voorstander van streng handhaven. Toch laat Aboutaleb zich niet van de wijs brengen. Zijn pilot is weldegelijk gericht op gedragsverandering. Dat schrijft hij ook.

‘’En verder wordt onderzocht of gebruik kan worden gemaakt van camerabeelden ten behoeve van de evaluatie van die gedragsverandering’’, aldus Aboutaleb, die weet dat hij juist met camera’s en de aantasting van privacy bij D66 op gevoelige tenen staat.